776

Boekbeoordeelingen.

tengewone gaven van den Geest , op den eersten Christenpinksterdag, Hand. 11, lezen, dan vinden wij daarin, naar ons oordeel, diƩ lastering des H. Geestes duidelijk voorgesteld. Met een enkel woord willen wij dit aanwijzen. Toen de Apostelen, in den morgenstond van genoemden Pinksterdag, met den H. Geest vervuld, vreemde talen spraken, en dit op de schare zulk een' invloed had, dat zij zich ontzettede, verbaasd en twijfelmoedig werd- dat de een tegen den ander* zeide: wat mag toch dit zijn? toen dit plaats, had, waren er anderen, die spottende zeiden: zij zijn vol zoeten wijns. Deze laatsten,' die spotters waren het, die zich nu aan de lastering van den H. Geest schuldig maakten; die tegen hunne overtuiging, tegen hun geweten, aan de uitwerkselen van dronkenschap toeschreven, wat petrus kort daarna als gevolg van de zending des Geestes voorstelde. Ja, deze spotters waren het, die het laatste middel, hetwelk de Godheid bezigde , om het Koningrijk der Hemelen te vestigen, smadelijk en opzettelijk verwierpen, en alzoo blijken gaven van de grootste verharding. Men zegge niet, dat, volgens Hand. II. vs. 14 en 15 , petrus toch in zijne rede zich tot die spotters wendt, zeggende: deze sijn niet dronken, gelijk gij vermoedt. Men zegge dit niet, want dat is, naar ons inzien, een misbegrip. Petrus kon die spotters niet op zulk eene wijz'? aanspreken; want, hoeveel men ook op rekening van de toenmalige bedaardheid, zachtmoedigheid en toegevendheid des Apostels, bezield door den H. Geest,

mo-