798

Mengelwerk.

aanbood, werden nog door deszelfs burgerlijke betrekkingen vermeerderd. De vrije toestand der oude volken was vernietigd, de Provinciën smachtten onder den druk van hebzuchtige Pretoren, en zelfs Rome had zijne wetten en zijne onafhankelijkheid verloren.

Een ieder dus, welke voor zich de vrijheid terug wenschte; allen, die door de grooten onderdrukt of vernederd werden, en, uit eerzucht of goedhartigheid, eene betere orde der diDgen reikhalzend verlangden, benevens alle armen, hulpeloozen en geleerden , vonden later in de Hiërarchie der Kerk bevrediging hunner neigingen en een krachtdadig middel van troost. De eergierige kon, door de vrije keus zijner geloofsgenooten , Bisschop eener Provincie, de geleerde Prediker een Leeraar der Gemeente, de slaaf een broeder van zijnen Heer en de goedhartige een vertrooster van noodlijdenden worden. De arme ontving ondersteuning, de vervolgde vond bescherming en de onderdrukte hulp. — Een nieuw Rijk van vrijheid verhief zich, te midden van den voormaligen glans, in het Rijk van onderdrukking, zoodat men, naauwelijks eene eeuw na de geboorte van Christus, reeds in allé Provinciën Christelijke .kerken en Bisschoppen vond. Het is dus ontegenzeggelijk, dat het ontstaan des Christendoms als een nieuw tijdvak in de opvoedings - en vormings - geschiedenis der menschheid te beschouwen is, en wij komen tot de groote overtuiging, dat de Goddelijke Voorzienigheid, in het groote plan harer wereldregering, tot de verdere trapswijze opvoeding J en