Boekbeoordeelingenë

869

Bl. 42» §• 16, wordt beweerd, dat, in de Voorbeelden : gij dwaze jongeling! trotsch op uwe jeugd en ■ schoonheid, verliest enz,, en Oldenbarneveld, geboren te Amersfoort, was enz., en de bepalingen trotsch op uwe jeugd en schoonheid, en geboren te Amersfoort, onvolkomen zijn en dus moeten worden aangevuld : die trotsch op uwe jeugd en schoonheid zijt, welke te Amersfoort geboren werd. Wij houden die aanvulling voor niet noodzakelijk. Er heeft hier niets anders plaats, dan de gewone regel, dat, namelijk, de bijvoegelijke naam- of deelwoorden, die eene omschrijving of beheersching bij zich hebben, ook achter de zelfstandige naamwoorden gezet worden.

Bl. 59. Zou men: doe nimmer zulke daden, Wel een bevestigend voorstel kunnen heeten?

De Hoogduitsche Declinatie bepaald; of de zwarigheden in dezelve grootendeels weggenomen. — Hand- en Leerboekje voor Leermeesters en Leerlingen. Te Wormerveer, bij w. briel. 1833.

Eene hoofdmoeijelijkheid bij de beoefening der Hoogduitsche taal is de verbuiging en de vorming van het meervoud der zelfst. naamw. Raadpleegt men deswege de beste Spraakkunsten, dan zal men , in plaats van eenparigheid , vinden, dat het getal der decliuatiën zeer verschillend, van twee tot Bijdr. Oef. 1834. Lil acht,