876

Boekbeoordeelingen.

nog als voor vele jaren, en echter haken sommige onderwijzers gestadig naar andere werkjes, die zij den kinderen in handen knnnen geven; vinden in den grooten overvloed niets, dat zij kunnen gebruiken, en zien zich, zoo zij meenen , genoodzaakt zei ven handen aan het werk te slaan, ten einde zich een zamenstel van voorstellen aan te schaffen, uitsluitend voor hunne ^school geschikt, welk zamenstel evenwel meestal nederig den medeonderwijzers wordt aangeboden; en zoo doende wordt' het aantal rekenboeken legio. Wij erkennen het, de geaardheid der scholen is zeer onderscheiden : de eene onderwijzer heeft eene talrijke school, de andere eene minder talrijke; de e«ne moet alle werkzaamheden alleen doen, de andere heeft hulp ; in de eene school blijven de kinderen langer, en kan het rekenen dus hooger opgevoerd worden, dan in de andere, enz. enz. Dan, hoewel het bovenstaande en meer andere redenen veelal worden opgegeven, om de uitgave van een rekenboek te regtvaardigen, kunnen wij de oorzaak van de verschijning dier overgroote menigte van rekenkunstige werkjes hierin niet vinden, en zouden dezelve eerder zoeken in de manier van het onderwijzen der kunst zelve. Naar ons inzien, bevinden zich sommige onderwijzers, bij het gebruik van het eene rekenboek, meer op hun gemak, dan bij het gebruik van een ander; zij gaan werktuigelijk te werk, vallen de kinderen met geene theorie lastig, en geven hun zulke rekenboeken in, handen , waarin de kinderen werkzaam kunnen zijn, genoegzaam zonder de hulp van den onderwijzer, en zonder