Boekbeoordeelingen.

877

der dat de oefening van het oordeel er iets door wint. Maken zij het eerste voorstel van iederen regel, dan volgen de andere , als het ware, van zelve; zij zijn bezig , en de werktuigelijke onderwijzer is tevreden. Hij zoekt naar zoodanige rekenboeken , waarin het eene voorstel van iederen regel het andere gelijkt, kan zich dus met de bestaande dikwijls niet vergenoegen, en ziet zich genoodzaakt er zelf een te vervaardigen. De onderwijzer daarentegen , die voor de practische beoefening van iederen regel een' goeden theoretischen grond legt; die zijnen kinderen geen werk laat verrigten, alvorens zij weten, wat zij doen en hoe zij handelen moeten j die allen werktuigelijken arbeid schuwt; is het om het even, welke verzameling van voorstellen hij op zijne school gebruikt. Heeft die verzameling eene goede opeenvolging in de regelen, iedere regel eene zachte opklimming in de voorstellen , en is ieder voorstel, zoo veel mogelijk, leerzaam omkleed, dan is zij ten gebruike geschikt, dan kan zij dienen ter toepassing van het door den onderwijzer gegeven theoretische onderrigt; hij doet onder de groote menigte van oude en niéuwere rekenboeken eene keus , en ziet geen gebrek. ■ Dan , laat ons niet verder uitweiden, en tot onee taak , de beschouwing van de bovenstaande rekenboekjes, overgaan. ^

No. 1. In de Nieuwe Bij dragen van Februari] 1833, bladz. .101, beoordeelden wij de rekenkundige opgaven, op welke dit werkje ten vervolge strekt, als bevattende de toepassing der hoofdregelen. Da Schrijver zegt, in zijn Voorberigt: « Niet het gebrek aan L 11 5 der-