9# ALGEMEENE BEPALINGEN TER REGELING

mede van de naauwkeurigfte aanteekening d ■£ rijden, waarop door hem geen fchool is gehouden geworden.

Art. 13. Buiten de te bepalen vacantictijden, zal de Onderwijzer geene andere mogen geven, dan na bekomen verlof van de perfonen, benoemd ter behecring van het Schoolfonds , en van den Distrifts - Schoolopziener, of, des noods, van een van beiden.

Art. 14. Naar evenredigheid der tijden, dat de Onderwijzer geen onderwijs gegeven heeft (ziekte van hem en de zijnen, en maatfchappelijke pligten, als , onder anderen, begrafenisfen van naastbeftaanden oa Buren, uitgezonderd) zal hem, bij bekomen verlof, de helft zijner lchoolpenningen, en, zonder verlof, het gefaeele montant der lchoolpenningen - in beide gevallen berekend naar den tijd, waarin hij geen fchool heeft gehouden — gekort worden, in dier voege, dat zeven fchooltijden voor eene volle week , en vier fchooltijden voor eene halve week gerekend worden.

Art. 15. Niemand zat voortaan den post van Schoolonderwijzer kunnen hebben, dan die denzelven in eigen perfoon waarneemt, zullende het houden van eenen Ondermeester hem geenszins ontflaan van de*e verpligtïng, blijvende'hij, ook in dit geval, zelf verantwoordelijk voor alles wat zijne fchool aangaat.

Echter zal, ingeval van daarvoor beftaaude redenen , aan eenen Onderwijzer , na ingekomen gunstig advis van den Distrias-Schoolopziener, een penfioen, uit het fonds Art. ai. onhohrevcn,

of