«92

SCHOOLVERORDENINGEN.

hoe gewigtiger weldaad en zegen worden, en eens zal dezelfde mond, die de grondleggers der nieuwe Schoolverordeningen roemt en verheft, naast dezelve den grooten napolkgn als derzelver her. fteller en handhaver zegenen.

Zoo groot de' weldaad is, door het bevestigen onzer, inrigtingen van het Lager Schoolwezen aan onze Departementen bewezen, zoo zeer mogen wij er ons op beroemen, in dit vak van openbaar beflmir, in andere Landen dus verre maar al te zeer verwaarloosd, infiellingen te bezitten, welke de aandacht van den grootflen Vorst niet ontgaan konden, en niet konden- nalaten zijne vereerende goedkeuring en onbepaaldfte bekrachtiging te verwerven. Dat wij dan ook den roem , dien dit over ons verfpreidt, trachten te handhaven , en zoo doende ons tevens waardig betooaen der gunst, ons in dezen bewezen, door met nieuwen moed en verdubbelden ijver, ieder in zijnen kring, mede te werken tot den verderen gelukkigen voortgang en de meerdere en meerdere uitbreiding onzer heilrijke Schoolverbetering, en aldus meer en meer regtvaardigen zoo wel de gunstige gedachte, welke het Zijner Majesteit behaagde omtrent den aard en bet nut onzer Schoolinrigtingen op te vatten, als het zoo vereerend Befluit, waarbij Hoogstdezelve deze gunstige gevoelens zoo tastbaar wilde uitdrukken. Zoo doende, zullen wij beantwoorden aan de oaderfcheïdende gunst , ons hierdoor bewezen , aan het kennelijk en weldadig doel van onzen Souverein,

en