B.6 STAAT VAN HET LAGER schoolwezen

kenaars is in vergelijking met de ichrijvers overige .kinderen, op bijna alle de fcholen, zeker klein, en neemt men de fchoolverordcningeu en het geen aan de jeugd in het algemeen moest onderwezen worden, in aanmerking, buiten twijfel veel te klein. Deze gewoonte, namelijk dat zoo weinige kinderen in het rekenen onderwezen worden, heeft niet alleen plaats in het HunfingoKwartier, maar in de gcheele Ommelanden, en ongetwijfeld zijnen oorfprong in de aloude; inrigting, volgens welke de meesters gefield waren, om de jeugd in het lezen en fchrfjven te onderwijzen, gelijk dit duidelijk gezegd wordt in de eerfte bepaling, die in deze voormalige Provïntïe op het Schoolhouden, na de Hervorming, gemaakt is, ik meen de Kerkenordening van Graaf lodewijk van nassau, van het jaar 1595, alwaar dit uitdrukkelijk gezegd wordt. In latere tijden is oen gedeelte der ingezetenen, wel is waar, tot andere gedachten gekomen, en wilden dezen nu ook, dat hunne kinderen het rekenen zouden leeren ; doch het grootfte gedeelte der ouders zijn op het Huk nog onverfchiilig, of houden het rekenen voor hunne kinderen min noodzakelijk, of Hellen er althans te weinig prijs op, om voor dit onderwijs een verdubbeld fchoolgcld aan de meesters te betalen. Hoe zeer dus dc Departementale Schoolorde moge gebieden, aan alle kinderen van zekerevorderingen onderwijs in het rekenen te geven, zal dit evenwel, zoo lang er een grooter fchoolgeld voor het rekenen gevorderd wordt, altijd van den wil der ouders afhangen , en men zal de

fchool-