HET KONINGRIJK HOLLAND, 45

is een rijsje , dat de teederfte zorg en opkweeking nog grootclijks behoeft, dat welligt reeds hier en daar befhoeijing vordert, en zeker van alle zijden nog roept om behoedzame leiding en lievige fteunfels, zal het eens aan frisfche en wel uitgewasfen takken goede vruchten dragen.

Maar de volgende berigten kunnen toonen, wat er reeds gedaan is, en wat er bij gelijke voortdurende behartiging en verdere bevordering van het fchoolwezen meer en meer van te verwachten is. Zij kunnen toonen, wat men kan , indien men maar ernftig wil, en kunnen althans ten bewijze vertrekken , dat er in geheel het Rijk geen plek beftaat, waarop de fchoolverbetering niet met voordeel kan geplant en alwaar van dezelve niet de keilzaamfte vruchten kunnen ingeoogst worden. Zij zullen moeten dienen, om, terwijl zij deze oyertuiging algemcener helpen maken of helpen bevestigen, de belangfl-elling in de fchoolverbetering meer en meer uit te breiden of te verlevendigen, en om voor dezen veelbelovenden akker hoe langer hoe meer verftandige en welwillende arbeiders te winnen. Terwijl zij eindelijk den welverdienden lof en dank zullen bezorgen aan hen, die daar-, toe reeds thans met zulke goede gevolgen welmee* nend en volijverig de hand reiken.

E 3