J O H O O l N I ï U W fï 367

ter , welke de gelden ontvangt en uitgeeft, en daarvan aanteekening houdt.

Art. 7.

Voor de eerflemaal ftclt de Schoolopziener ieder dezer voor één jaar aan. Naderhand maakt ieder Gezelfchap de noodige fchikkingen over de vervulling dezer posten.

Art. 8.

Op een' bepaalden dag in iedere week, liefst des Zaturdags, zullen de boeken worden omgebragt, tegen overgifte van een behoorlijk bewijs van ontvangst, van dezen inhoud:

Ontvangen den (de dagteekening) (naam van het boek) van (naam van den afzender. )

(Handteckcning van hem die het ontvangt. )

Art. 9.

Ieder, die een boek te lang houdt, betaalt voor iederen dag één? ftuiver ten voordeele der Leesbibliotheek.

Art. 10.

De Contributie voor de Leesbibliotheek is voor ieder Lid wekelijks éénc duiver. Ieder Gezelfchap bepaalt, onder goedkeuring van den Schoolopziener, wie van deszelfs leden .van de betaling dezer Contributie behooren vrijgefteld te worden. Art. 11.

De Contributie wordt gerekend begonnen tc zijn den 1. van Herfstmaand 1. 1. en moet iedere vergadering, betaald worden.

Art. 12.