Mengelwerk.

der deze kunnen wij alle belangrijke bijzonderheden gevoeglijk rangschikken.

Vooreerst: dat het openbaar lager Schoolwezen eene verbetering en hervorming dringend behoeft.

Ten tweeden: dat het voor eene wezenlijke verbetering vatbaar is, en deze niet langer onder de harsenschimmige ontwerpen moet geteld worden. En

Ten derden: dat alleen door eene verstandige, maar nadrukkelijke medewerking van het Gouvernement, deze verbetering kan bereikt worden.

De eerste dezer hoofdstellingen zal wel geen uitdrukkelijk betoog noodig hebben; indien 'er iets is, waaromtrent eene algemeene overtuiging heerscht, het is de slechte en jammerlijke staat van verre de meeste DorpsScholen; en het is aan dit algemeen aangenomen gevoelen, dat do pogingen van hot Vertegenwoordigend Lig' ehaam en Uitvoerend Bewind tot hervorming dor Vaderlandsche Scholen, haren oorsprong verschuldigd warenEn inderdaad, men behoeft zich slechts voortestel-len, welke Personen zich doorgaans tot het geven van dit onderwijs aanboden; welke hunne opleiding tot dien posfc was; welke voorbeelden zij vóór zich hadden; welke de belooning van hunnen arbeid, en hunne aanmoediging®8 in denzolven waren; welke de graad hunner afhankelijk' hoid was, hier van kerkelijke heersohzucht, daar van A& grilligheid hunner aanstellers, bij wie sommige hunner te voren als huisbedienden hadden ingewoond, en elders van de bekrompenheid en de yooroordeelen der Ouders»