Boehbeoordeelinsen.

zijn. De Verzamelaar heeft gemeend ook de aangeduide stukken, vóór 180G van gezag, als voor de geschiedenis van het onderwijs van belang, te kunnen opnemen. Het maakt de Verzameling vollediger en meer bruikbaar. De dankbetuiging, aan den Heer Verschoor toegebragt voor verleende ondersteuning bij het vervaardigen van dit boek, strekt tot het geven van geruststelling ten aanzien van de volledigheid. Het aantal stukken is te aanzienlijk, om ze hier op te noemen. Wij bekennen de Verzameling met genoegen dooi-maderd en meer dan één stuk ook met genoegen gelezen te hebben, ook die, welke ons van vroeger bekend mogten zijn. Inderdaad, meer dan één stuk is allezins geschikt om de belangstelling gaande te maken, nademaal de ontwikkeling en de gang van de schoolzaken in eenig gewest ons daardoor weder levendig voor den geest worden gebragt en stof tot herinnering opleveren, en tot overweging. Ons dunkt, dat het „ Reglement en Schoolorde voor de Nederduitsche scholen binnen het Departement Brakend," van 12 Maart 1805, opmerking verdient, als gevende eene duidelijke — bijna schreven wij: eene levendige — voorstelling van eene school uit dien tijd, en blijk draagt van groote belangstelling in deze zaak. — Met „ Huishoudelijk Reglement" van 20 Januarij 1807 trok ons minder aan, uit hoofde van al die voorzorgsmaatregelen en strafbepalingen tegen de onderwijzers, welke daarin als ware 't op den voorgrond staan. Doch het stuk had ook eene andere bestemming, en moest van anderen aard z^'n dan het ovengenoemde. — In 1819 is er eene bepaling gemaakt, tengevolge waarvan in de bedoelde Provincie geeno school voor de Fransche of eenige andere vreemde taal mogt worden opgerigt, dan door onderwijzers, die