Mengelwerk,

"Wat nu de leerboeken betreft, zoo kan het niet ontkend worden, dat onderscheidene ten aanzien van schikking van inhoud en begripsontwikkeling goed zijn. Intusschen lijden alle aan een heilloos gebrek; zij zijn of geheel in den katechismusvorm ingerigt, of met vrao-en en antwoorden onder den tekst voorzien. Den onderwijzer, die zijne taak als een ambachtsman behandelt, wordt het werk daardoor wel gemakkelijk gemaakt; hij geeft den leerling een gedeelte op om van buiten te leeren, en laat 't hem in het volgende uur opzeggen; — maar des leerlings verstand komt daarbij echter veel te kort. (Ik kreeg eens een jongen in mijne school, die vier jaren in verschillende scholen volgens zulke boeken was onderwezen. Hij had de leerboeken over aardrijkskunde en geschiedenis in zijn hoofd, als een Duitsche boerenjongen zijn katechismus. Vroeg ik hem echter buiten de orde, of rigtte ik de vragen anders in, dan zij in het boek stonden, dan was zijne wetenschap ten einde. Het Was hem dus werktuigelijk als ingestampt, doch niet tot bewustheid gebragt. Bij begripsophelderingen kwam dit nog meer voor den dag, waartoe hij, ondanks een tamelijk goeden aanleg, in den beginne in 't geheel niet in staat was.)

Met de tucht is het in 't algemeen beter gestold in de scholen op het land dan in die binnen de steden, hetgeen uit de betere huiselijke opvoeding op het land en uit de hier minder aanwezige gelegenheden tot rondslenteren enz. enz. kan afgeleid worden.

Met de vrije scholen zijn op vele plaatsen zondagsen avondscholen verbonden, in welke burgers uit den beschaafden stand als dilettanten onderwijs geven. Volgens de jaaiiijksehe verslagen, worden zij vlijtig bezocht