Boekbeoordeelingen.

achten wij de opmerking over den invloed der persoonlijkheid des onderwijzers volkomen gegrond. Maar wat de toepassing betreft, die daarvan ter aangehaalde plaatse wordt gemaakt, — deze komt ons minder juist voor. Ware zij juist,, dan mogt men geene methode hoegenaamd ooit algemeen invoeren. Onze beschouwing van deze zaak zou deze zijn. Het is hier de vraag niet, of de persoonlijkheid des Heeren Smits al of niet gunstig werkt op de vorming zijner leerlinger. Wij hebben hier slechts toe te zien, in hoever zijne methode den naam van goed verdient. Het kan zijn — en in het onderwerpelijke geval komt ons dit hoogst waarschijnlijk voor —, dat de Heer Smits in zijne Handleiding, voor zoover zulks mogelijk was, zijnen mede-onderwijzers heeft willen verschaffen, wat hij hun zou gegeven hebben, wanneer zij hem in persoon in zijne zangklassen konden gadeslaan. Dan is immers het geval juist omgekeerd. Dan moeten we zeggen: het blijkt juist uit deze Handleiding, hoe voortreffelijk een docent de Heer Smits moet wezen, en zij, die zijn boek met zorg bestuderen, en met oordeel volgen, zullen gewis groote kans hebben, van de persoonlijke gaven van onderrigt geven in den zang des Heeren Smits veel te profiteren. Elke methode heeft hare gebreken. Die, welke de meeste voordeden in de praktijk oplevert, is de beste en verdient om die reden boven alle aanbevolen en gevolgd te worden. Een overigens goed docent kan wel, niettegenstaande de gebrekkige methode, die hij te volgen heeft, nog wat goeds presteren; een slecht docent zal al de voordeelen niet genieten, of doen genieten, der goede methode , die hij gebruikt —; maar dit kan daarom toch wel aan geen twijfel onderhevig zijn, dat ook door den bes-