Mengelwerk.

585

melding gemaakt was van den vochtigen dampkring in ons vaderland, en van de afhankelijkheid dier vochtigheid van de waterrijkheid onzes lands en van zijne ligging aan de zee. Dit zal niet regt begrepen worden zonder de kennis van het water en van zijne uitdamping door de warmte, zonder de kennis der lucht en van hare stroomingen.

Ook hier moet men weder van aanschouwing uitgaan, — moet men dagelijks voorkomende verschijnselen voor dé verbeelding der kinderen brengen, om hen het onbekende door het bekende te leeren begrijpen.

Hebt gij de Handleiding tot de kennis der Natuur, van de Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen, wèl bestudeerd , of van der Burgs aangehaald werkje ophelderend en verklarend met uwe kinderen gelezen, dan zal 't u niet moeijelijk zijn, den regten weg te vinden.

Een ketel met kokend water leert hun, dat het water door warmte in een gazaardigen staat overgaat; nat linnen, in de lucht opgehangen, wordt droog en verliest zijne waterdeelen, die onzigtbaar in een gazvormigen staat overgaan; een gesloten ketel, waarvan het deksel door den heeten waterdamp opgeligt wordt, leert hun de spankracht des stooms; het brengen van een koud voorwerp in de nabijheid van den stoom doet hun weder den terugkeer tot water aanschouwen; gemis van warmte in don winter wordt door hen als de oorzaak van de bevriezing opgemerkt. En ziedaar weder eenige Waarnemingen, die tot verklaring kunnen dienen van de opstijging der waterdampen in de lucht, van het ontstaan der wolken, van de oorzaak van regen en sneeuw en soortgelijke meteorologische verschijnselen meer.

Maar diezelfde waarnemingen zullen u ook, als gij