Schoolnieuws.

603

100). De Provinciƫn laten zich, ten aanzien van het verschil in getal leerlingen op beide tijdperken, in de volgende orde rangschikken: op 15 Julij in Gelderland iets minder dan 62, Drenthe ruim 02 , Zeeland 67, Limburg 71, Noordbrabant 76, Overijssel 78, Friesland iets minder dan 88, Zuidholland ruim 88, Utrecht 92, Groningen 93, Noordholland ruim 94 op de 100 leerlingen, die den 15 Januarij de Lagere scholen bezochten.

De Openbare scholen werden bezocht op 15 Januarij door 322625 leerlingen, waaronder 183584 jongens en 139041 meisjes, op 15 Julij: door 250972 leerlingen, waaronder 137203 jongens en 113769 meisjes; zoodat de Openbare scholen op 15 Julij bezocht werden, door 78 van de 100 leerlingen, die er op 15 Januarij aanwezig waren. Het verschil was op 15 Julij voor de jongens 75, voor de meisjes 82 op de 100.

De Bijzondere scholen der eerste klasse telden op 15 Januarij 33348 leerlingen, waaronder 16293 jongens en 17055 meisjes, op 15 Julij 32559 leerlingen, waaronder 15790 jongens en 16769 meisjes. Het laatste tijdstip stond dus tot het eerste in de reden van iets minder dan 98 voor het geheel getal leerlingen, van iets minder dan 97 voor de jongens, van ruim 98 voor de meisjes tot de 100.

De Bijzondere scholen van de tweede klasse gaven op 15 Januarij een getal van 41279 leerlingen, waaronder 21466 jongens en 19813 meisjes; op 15 Julij van 39427 leerlingen, waaronder 20418 jongens en 19009 meisjes; de reden was dus 95,5 voor het geheele getal leerlingen, 95 voor de jongens, 96 voor de meisjes op de 100.

Uit dit overzigt blijkt, dat het verschil tussehen de getallen van de op beide tijdstippen de scholen bezoekende leerlingen, even als het vorige jaar, het grootst