Mengelwerk.

sleutel vinden, waarom men nog zoo weinig gevorderd is °p den weg, die alleen tot verbetering der mensehbeid leiden kan. Laten we hier rustig dit tafereel wat duidelijker opnemen."

Te gelijk stond de grijsaard op, zwaaide met zijn staf en weldra zag Mr. Ehodus in het midden des velds een schoone maagd met de speer en den vrijheidshoed daarop in de linkerhand.

„De maagd van Nederland!" stamelde Mr. Ehodus.

Deze nieuwe verschijning stond met een ernstig gelaat en riep luide vragend: „Hebt gij geen loon voor uw arbeid? Zorgen we niet voor uw behoefte? Vertrouwen we onze kinderen, 't dierbaarste dat we hebben, niet aan uw leiding en vorming? Achten alle weidenkenden u niet om uws werks wil? Waarom dan zoovele onverschilligen, tragen, zwakken, vreesachtigen? Waarom zoo vele "

Mr. Ehodus ontstelde over die krachtvolle roepstem, sprong op en stond wederom voor de tafel op zijn slaapkamer.

„Dat is vreemd!" stamelde hij overal rondziende, om toch goed te weten of hij werkelijk thuis en in het schoolhuis van het dorp Daalwijk was. Hij moest echter weer gaan zitten; want hij voelde dat hij beefde

„Vrees niet Mr. Ehodus!" onderrigtte de verschijning, n Deze eerste waarschuwing heeft groote nuttigheid. Zoodra uw broeders geen roeping gevoelen om met ernst en lust te arbeiden aan de verbetering der menschheid, dan dient men ze nu en dan wel door enkele prikkels op te wekken en voort te stuwen."

Nu werd Mr. Ehodus vrijmoediger en het verdroot hem, dat er zulk een treurig tooneel werd voorgesteld van een aantal mannen die hij liefhad, omdat hij ze als zijn broeders beschouwde.