. J9°

Portret MMes M. et R.v. d. K.

spiralen bedrukt, in de diepte leidt één wankelende trede naar een verhoogd terras, dat één eindelooze divan is en met zijn bebloemde kussens en bont-nptr,iU+. H

teerde vrouwen met de kleurigste bloemperken kan wedijveren. Merkwaardiger nog is de suite boven het atelier. Als het electrisch licht opgeknipt wordt, bevindt men zich eensklaps te midden van een Oostersche feeërie. Een blauwwazig licht verlicht de wanden, die beschilderd zijn met een exotische flora, een weelde van bloemknoppen en kelken, waartusschen allerlei gazellen, apen en vogels opdoemen. Op twee plaatsen is een bres in deze tropische kleurweelde geslagen en ontwaart men in de verte de blanke terrassen van een Oostersche stad, waarboven het anachroristische, doch decoratieve, silhouet eens Zeppelins zweeft. Deze gestileerde oase is geplaveid met een profusie van kussens, rustende op een der beroemde, door Van Dongen ontworpen tapijten, die in teekening en kleurkracht, alle moderne ontwerpen overtreffen.

Over de aangrenzende kamer mag ik eigenlijk niets meedeelen. Toch zijn er bezoekers, die als wijlen Blauwbaard's vrouw uit onbedwingbare nieuwsgierigheid den voorhang oplichten en op ! den drempel als vastgenageld blijven j

staan. Naast een rustigdecoratieve toiletscène, is daar nl. een monumentaal, dramatisch omarmingstooneel, van gedachte en opbouw een van degedurfdste dingen, die men zich denken kan en waarbij de Barbusse van „1'Enfer" maar een schamel burgermannetje is.

Bij het bezichtigen van deze, op rijke, sterke kleur ingestelde huisinrichting, bedenkt men telkens, welk een zeldzame aanvulling Van Dongen zou kunnen zijn voor een modern meubelconstructeur en architect en welk een aanwinst voor het nieuwste, door de Russische balletten ingeluide tooneeldécor. Ook als illustrator heeft Van Dongen naam gemaakt. Bij een der smakelijkste en stoutste vertellingen uit Dr. Mardrus' volledige Duizend-en-

Één-Nacht-vertaling — het verhaal van den Gebochelde - heeft de kunstenaarkostelijketeekeningen gepenseeld (uitgave van la Sirène): beeldschoone

1001 -Nacht-kamer.

jongelingen worden door de djirms ontvoerd; langwimperige princessen wisselen af met de meest karikaturale volks¬

types en de potsierlijkste dieren. Kees van Dongen is niet alleen een hartstochtelijk schilder, die in zijn werk opgaat, maar tevens een uiterst innemend gemeenschapsmensch. Niemand ontvangt gastvrijer dan hij; geen grooter genot dan om hem paradoxaal en qeestiq over allerlei te hooren cau-

seeren. Zijn „salon", zijn „jour" is dan ook vermaard. Men ontmoet er allerlei kunstenaars op het meest verschillende gebied: kinoacteurs, schrijvers en musici, omringd door bizar uitgedoschte vrouwen, die door hun schoonheid en opschik hun eventueel gebrek aan talent rijkelijk vergoeden. Op ontvangdagen staan in het atelier alle schilderijen omgekeerd aan den kant, om ruimte te maken voor muziek en dans. En te midden van deze bizarre, kunstmatige wereld, die den schilder zoo sterk geïnspireerd heeft — of die omgekeerd door den schepper gecreëerd is (immers welke vrouw wil er niet Van Dongen-achtig uitzien?) blijft Van Dongen altijd als een levend contrast: de eenvoudige, zielvolle Hollander, met het ontroerde, inderdaad „ziende" oog en het kalme, heldere oordeel, die hij altijd geweest is.

R.

Le chien bleu ^

Portret Meile Dumarest.