2

de wekker

anologie der feiten te ontdekken, welke de grondslagen moeten zijn van de volksschool, zal zij werkelijk in moreelen en materiëelen zin eene heilzame dienaresse zijn der natie, waaronder zij arbeidt. Spreker, hoofd eener Christelijk nationale school, deed zich als een echt calvinist kennen, waardoor zijne beoordeeling van de school der 17e en der 19e eeuw eene kerkelijke kleur droeg. Volgens hem dankt de volksschool haar oorsprong, bestaan en bloei aan een diep gevoelde behoefte in het volksleven naar kennis, beschaving en ontwikkeling, die zij voor hare stoffelijke en geestelijke welvaart niet kan ontberen. In de 17e eeuw was het groote beginsel der Hervorming naar Calvijn aanvaard. Dat beginsel greep de harten aan, deelde moed en bezieling, vertrouwen, geloof en liefde mede aan een bijna uitgedoofd volk en na een vijftig jaren van duldeloos lijden verscheen een volk ten wereldtooneel, dat heeft doen zien, wat kleine kracht maar ondersteund door een grootsch beginsel, vermocht. Die roemrijke 17e eeuw, ook te prijzen in hare volksschool, vergeleek de inleider met de vruchten der filosophie van de 18e eenw, op te merken in de toenemende verflauwing van het volksleven en de onmogelijke neutraliteit van het onderwijs, om tevens een ongunstig oordeel over het humanisme uit te spreken, dat de doodstraf afschafte en den eisch van onvoorwaardelijke gehoorzaamheid liet varen. Al het licht deed hij op de 17e eeuw vallen, al de schaduw op den tegenwoordigen tijd, welks goede zijde op ironische wijze miskend werd. Over die miskenning en de aanranding der openbare school brak bij de discussie een storm van verontwaardiging los. Onderscheidene sprekers, zelfs geestverwanten van den inleider, bestreden zijne meeningen omtrent het heden; het verslag zou- te uitvoerig worden, wilde men alle tegenwerpingen vermelden. Voldoende zij het mede te deelen, dat enkele zaken in de volgende vergadering uit een ander oogpunt zullen beschouwd worden : thans bleek daarvoor geen tijd meer. Intusschen was het zoo kwaad niet, ook eens een begaafd man met andere overtuiging te hebben gehoord.

De Voorzitter, wiens goede leiding wederom nitkwam, eindigde het debat met een hartelijken dank aan allen, inzonderheid aan de zangers en sprekers voor hetgeen zij tot verhooging van het onderling nut en genoegen hadden bijgedragen.

Krommenie, A. van dee Plaats, secr.

5 Juli '95.

Hoofdonderwijzers-examen te Arnhem, 1895.

Nederlandsche Taal (11/2 uur.)

Het in te leveren werk in de spelling van de Vries en te Winkel te schrijven.

1. Het Geslacht Nassau.

1. Gelijk als aan het strand de duinen, ons ten goeden,

2. Beletten met geweld den overloop der vloeden,

3. Wanneer het woeste meer uit zijnen afgrond

[braakt,

4. Waardoor al 't lage land in rep en roere raakt,

5. Zoo heeft Nassauwen ook (naast God) in onze

[alarmen

6. 't Vereenigd Nederland zijn vrijheid gaan be-

[schermen,

7. Zijn palen uitgestrekt, en eind'lijk door zijn drift (')

8. Den vrede toegebracht, gelijk een rijke gift.

Vondel.

(1) drift = moed, voortvarendheid.

Bovenstaand gedicht in goed proza nauwkeurig weer te geven.

Keg. 1. Gelijk als de duinen beletten. Is het een hoofdzin of een afhankelijke ? Op welken grond steunt uwe meening?

„ 2. Met geweld. Één uwer leerlingen meent dat het bij beletten, een ander bij den overloop der vloeden behoort. Wat meent gij en op welken grond?

„ 3. Wanneer. Is het voegwoord of bijwoord? Op welken grond? Gebruik wanneer in een samengestelden zin als bijwoord.

„ 4. Waardoor. Benoem het in de taalk.

ontleding. Het staat in de plaats van wat? In de 2 laatste regels komen samengetrokken zinnen voor. Laat de samentrekking wegvallen en schrijf de regels in volledig uitgedrukte zinnen.

„ 6 en 8. Nederland. In welken naamval ? Gift. In welken naamval?

2. Vul 3 van de 6 volgende gezegden kort en juist aan:

Arbeid Adelt wil bijna hetzelfde zeggen als:

Deugd verheugt „ „ „ „ „

Liefde overwint „ „ „ „ n

Hoogmoed komt voor den val, wil enz. i Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht, wil enz. < Zij zaait wind en zal storm oogsten, wil enz.

Nederlandsche Taal (1% uur).

1. Strijdleuze.

Strijd mee in onzer dagen strijd! Maar met uw leven, wandel, werk. O zeg . . . niet wat uw mond belijdt; O zeg . . . niet van wat naam of kerk, Maar toon van welken geest gij zijt!

De Genestet.

Wat verstaat gij door eene leuze? Kent gij er ? Noem er enkele. Zeg met eigen woorden wat de dichter bedoelt. Noem meer bepaald wat hij aanbeveelt, wat hij afkeurt. .

2. Uilen naar Athene zenden; Water naar zee 1 dragen; Balken naar Noorwegen dragen; — § geven zoo wat hetzelfde te kennen.

Verklaar ééne van de drie uitdrukkingen, d. i. tracht op te sporen de afleiding van de overdrachtetelijke beteekenis uit de oorspronkelijke of eigenlijke en gebruik de door U verklaarde uitdrukking in minstens twee goede zinnen. — Kent gij misschien geen van de drie, verklaar dan één van de woorden: v tooverstaf, speldeprik. D

1- 3. Behandel, van voorbeelden uitgaande, één van ij de drie volgende stellen van synoniemen:

[" lijdzaamheid, lijdelijkheid;

i vergoeden, vergoelijken;

> ongerustheid, onrust.

r 4. a. God zei tot den eersten mensch: van allen a boom des hofs moogt gij vrijelijk eten, enz.

j b. De taal van de gerechtsdienaren was: Nooit

heeft eenig mensch gesproken gelijk deze. q c. De godloochenaar en de wereldling kunnen

t dit maar niet begrijpen, dat de Christen

gerust en getroost het leven kan verlaten. (. Voor het onderstreepte kan ik ook schrijven:

, a. dat hij van allen boom des hofs vrijelijk

, mocht eten,

{ b. dat nooit eenig mensch gesproken had gelijk

deze en

. c. kunnen dit maar niet begrijpen: de Christen

kan gerust en getroost dit leven verlaten. Zooals ge ziet, is de hoofdzin in een afhankelijken of omgekeerd de afhankelijke in een hoofdzin veranderd.

(Men spreekt ook wel van de directe en de indirecte rede).

Verander nu op dezelfde wijze de volgende zinnen.

1. „Nu zou je me veel plezier doen", zei mijne vrouw op den vriendelijksten toon, dien ze kon aanslaan, „als je den heelen dag niet thuis kwaamt en dan m,aaktet, dat je precies half drie weer thuis waart om mij een handje te helpen.

2. Lachend zei ik: „ik zal er zijn en niet zijn''' en daarmee ging ik de deur uit, terwijl ik nog vroeg: „kan ik onderweg misschien 't een of ander voor U doen ?

Bekenen (2 nur).

1. Een koopman heeft voor f 240 twee kisten thee gekocht, die ieder 25 kilogram bevatten, en waarvan de eene f 30 meer kost dan de andere. Hij wil een mengsel van 10 kilogram verzenden voor f 57. Hoeveel moet hij uit iedere kist nemen, om gemiddeld 75 cents per kilogram te winnen?

2. Een ledig vat weegt 36 kilogram. Wordt het gevuld met een vloeistof, waarvan het soortelijk gewicht 1,1 bedraagt, dan weegt het vat P/c-maal zoo zwaar als wanneer het wordt gevuld met eene andere vloeistof, wier soortelijk gewicht 0,9 is. Hoe zwaar weegt het met water gevulde vat?

3. A, B en C werken per dag gedurende hetzelfde aantal uren. Als A 3 dagen en 5 uren, B 4 dagen en 7 uren, C 6 dagen en 4 uren werkt, dan hebben zij samen f 37.45 verdiend. Als men nog weet, dat A per dag f 1,80, B f 2,25 en C f 3,15 ontvangt, vraagt men te bepalen, op hoeveel uren de dag is gerekend.

4. Iemand leent f 800 en teekent eene schuldbekentenis, groot f 1000, te betalen na 3 jaren. Hoeveel percent interest van interest werd gerekend? Te berekenen tot op '/ïoo nauwkeurig. De volledige bewerking inleveren.

5. A, B en C hebben ieder een kapitaal tegen hetzelfde percent 'sjaars uitgezet, A voor 9 maanden, B voor 15 maanden en C voor 8 maanden.'t Kapitaal van A is de helft van de som der kapitalen van B en C. De som der drie kapitalen met de interesten bedraagt f 4980, waarvan aan A f 1648 toekomt. De interest van B staat tot dien van C als 25:8. Bereken de kapitalen.

——-=^^_fe?^^«3e^55^£i5^< .

Hoofdonderwijzers-examen te Groningen.

26 Juni 1895.

Nederlandsche taal (IK uur).

1. Den mensch te kennen, is des menschen wetenschap ;

2. Maar nimmer kent men hem uit klaatrend school™ [geklap

3. Door meesters 't ekstrenbroed in 't kooitjen [voorgebrabbeld,

4. Terwijl 't, ontroofd aan 't nest, op de ijzren [tralie knabbelt.

5. Neen, toon hem in de Taal, die uit zijn boezem

[breekt, i

6. Door de oudren in hun kroost met d'adem op-

[gekweekt, 1

7. t Ontvloeisel van zijn ziel, door 't lichaam uit- \

[gedreven:

8. Daar schuilt zijn menschheid in, zijn zelfgevoel i n „ . . [en leven. ï y. Zoek in u zelf de Taal, en ken u zeifin haar- \

10. Haar spiegel is ons AL, haar uitdruk 't mensch- <

[lijk WAAR. i W. Bilderdijk. j

a. Wat hebt gij op te merken omtrent de beeld- f spraak in regel 2, 3 en 4; en in de eerste helft r van regel 10 ? t

b. Wat, bij zinsontleding, omtrent regel 1? f Bespreek in 't bijzonder 't gebruik van de onbepaalde wijs met te. 0

c. Bespreek het achtervoegsel heid, in 't bijzonder g ook het woord menschheid in regel 8.

d. Breng het bovenstaande over in ongebonden stijl. t

Opstel (P/a uur). d Keuze uit: t>

1. Karakterschets van Jan Adam Kegge.

2. » „ den Delftschen wonderdokter. d

3. De Muiderkring. 1

4. De macht der vooroordeelen.

5. De natuur gaat boven de leer. o

6. Poëzie schuilt overal, b Overal, mijn vrinden ! v 't Is de vraag maar, wie haar al, Wie ze niet kan vinden. v

h

Schoonschrijven (1/J uur). Den 20en Juni 1895 'werd het Noord-Oostzee- P' kanaal door Keizer Wilhelm II, in tegenwoordig- v' heid van vele aanzienlijke genoodigden plechtig geopend.

1 regel groot.

1 regel middelsoort. n

2 regels klein. Ie

w

Bekenen (2 uur). v. 1. Als men de 3de macht van een even getal ai vermindert met 4 maal dat getal, is de rest deel- 1 m baar door 48. Bewijs dat. — Welk getal vindt men ' le

in in plaats van 48, als men een oneven getal neemt ? 2. Van 3 kapitalen Klt K2, K3 staat het eerste tot het tweede als a: en het tweede tot het derde als b: JL. De percenten zijn in dezelfde volgorde recht evenredig met b, a en b en de ■n winsten omgekeerd evenredig met de getallen 6, 3 z. en 2. Bereken de verhouding der tijden. it 3. Van een kubus is de inhoud 3 dM3. Bereken, door gebruik te maken van de verkorte worteln trekking, het oppervlak in mM2. nauwkeurig. n 4. Iemand heeft een kapitaal van f 10000, dat >• hij een jaar lang tegen 4 % uitzet. Bij het einde : van het jaar neemt hij f 1000 terug, zet de rest « weer uit tegen 4 % en neemt bij 't einde van het tweede jaar opnieuw f 1000 terug. Eveneens de « volgende jaren. Hoeveel kan hij bij 't begin van 't elfde jaar uitzetten ? Neem 1,04™ = 1,48024428).

Onderwijs en opvoeding (l*/2 uur). Keuze uit:

1. Het bestudeeren der zielkunde is een onafwijsbare eisch, aan den onderwijzer te stellen. Waarom ?

2. Ontwikkel de stelling:

Het onderwijs der lagere school moet degelijk s en praktisch zijn.

\ ^Hberichten.

' MIDDELBAAR EN HOOGER ONDERWIJS.

Bij Kon. Besluit is de benoeming van D. B. Wisselink tot lid der commissie, in 1895 belast met het afnemen van het examen, bedoeld in art. 12 der wet tot regeling van het hooger onderwijs, ingetrokken, en tot lid dier commissie benoemd dr. it. H. van Dorsten, leeraar aan het gymnasium te Rotterdam.

Bij Kon. Besluit is bekrachtigd de aanstelling van dr. J. Ritzema Bos tot buitengewoon hoogleeraar aan de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam, waartoe hij is benoemd bij besluit van den raad der gemeente Amsterdam van 12 Juni.

Tiel. — De Gemeenteraad heeft besloten bij wijze van proef een jaar lang aan de Burger-avondschool geen onderwijs te doen geven in natuur- en scheikunde, en de daardoor vrijkomende uren te bestemmen voor handteekenen.

Brielle. — De heer Drost, leeraar in de gymnastiek aan de Hoogere Burgerschool, tevens onderwijzer aan een der openbare lagere scholen, heeft om gezondheidsreden tegen 1 October eervol ontslag aangevraagd.

Zwolle. — Zaterdag heeft de heer W. A. Elberts aan de Rijks Hoogere Burgerschool afscheid genomen van leeraren en leerlingen.

Den 5n September 1820 te Deventer geboren, was de heer Elberts sinds de oprichting en opening dezer school (10 September 1867), als leeraar in de Nederlandsche taal, daaraan met lust en ijver werkzaam geweest. Sedert het vorig jaar had hij ook de betrekking van directeur tijdelijk waargenomen.

De heer J. S. Piquet bood hem namens zijne medeleeraren twee etsen aan, in fraaie vergulde lijsten, voorstellende „Vóór en na den arbeid", en hield daarbij eene toespraak, waarin hij de vele verdiensten van den algemeen geachten grijsaard schetste en hem eene welverdiende rust toewenschte. Vervolgens hield de leerling D. Jordens eene toespraak en bood hem namens al de leerlingen eene tafel met zes fraaie stoelen aan. De gezamenlijke leerlingen zongen hem een afscheidslied toe.

De heer W. A. Elberts betuigde allen in hartelijke bewoordingen zijn dank.

LAGER ONDERWIJS.

De Staatscourant no. 160 bevat het rapport van het in het voorjaar van 1895 gehouden examen ter verkrijging van akten van bekwaamheid als onderwijzer en onderwijzeres.

B\j Koninklijk besluit van 24 Mei jl. is tot behoorlijke inrichting van het lager onderwijs, behalve de bgdrage bedoeld bij art. 45 der schoolwet subsidie verleend aan: Leende f300, Echteld f400, Varik f600, Zuilichem f300, Hendrik-Ido-Ambacht f800, Kedichem f500, Middelharnis f3000, NieuwBeierland f3550, Nieuwe Tonge f1050, Piershil f900, Ridderkerk f2000, Stad aan 't Haringvliet f 3000, Stellendam f 1600, Zwartewaal f 1900, Boschkapelle f 600, Kapelle f2800, Koewacht f3100, Kruiningen f400, Ter Neuzen f2625, Womeldinge f1800, Westdorpe f1425, Giethoorn f1300, Oldemarkt f 600, Wanneperveen f 1900, Leek f 2500, ülrum f 1000, Beilen f2000, Smilde f1500, Elsloo f900, Neerritter f650, Slenaken f550.

De stukken, die hierop betrekking hebben, zijn ] opgenomen in bijvoegsels der Staatscourant van < 9 dezer. 1

De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft door 1 tusschenkomst van de district-schoolopzieners aan

de gemeente-besturen verzocht, de volgende vragen j

te willen beantwoorden : i

lo. Hoe groot was het aantal schoolgaande kin- s

deren aan elke der openbare scholen op 15 Januari (

1895? ,

2o. Welke zijn de namen der onderwijzers en s

onderwijzeressen, die op 1 Juli j.1. aan de open- e

bare scholen verbonden waren? (Het hoofd en de z

vakonderwijzers behoeven niet vermeld te worden). y

3o. Welke dier onderwijzers hebben den leeftijd ï

van 23 jaren volbracht en bezitten den rang van b hoofdonderwijzer ?

4o. Wat is de reden der onvoltalligheid van het n

personeel? Waarom is niet aan de eischen der wet n voldaan ?

Gemis aan de noodige middelen. °

Op het adres van de onderwijzers bij de rijks- c

normaallessen in Friesland, aandringende op meer e:

lesuren voor enkele leervakken, vooral in gevallen v

waarin combinatie van klassen nadeelig werkt, is v

vanwege den Minister van Binnenlandsche Zaken een 1

antwoord ontvangen. Wegens gemis aan de noodige zi middelen kan althans van eene vermeerdering der

lesuren dit jaar niets komen. w

? Opgeheven.

'e De afdeeling Enkhuizen van het Nederlandsch

it Onderwijzersgenootschap is uit gebrek aan deelneming

e en belangstelling opgeheven.

® Vergaderingen.

Onder voorzitterschap van den Arrondissementsschoolopziener, den heer J. C. Jansen, had heden te Dordrecht in „Kunstmin" de 14e vergadering plaats van de onderwijzersvereeniging in het Arront dissement Dordrecht. Onder de aanwezigen merkte 9 men op den Inspecteur der 2e inspectie, den heer t Eabius, den Districtsschoolopziener den heer G. t Blokhuis en de secretaris der Dordtsche commissie

van toezicht mr. H. J. M. Tijssens. , Na een kort openingswoord van den voorzitter werd besloten f 10 uit de kas der Vereeniging te schenken als subsidie aan de provinciale commissie van het pensioenfonds. Uit het verslag van den bibliothecaris bleek vervolgens dat de bibliotheek zich in goeden staat bevindt en veel geraadpleegd wordt; uit dat van den penningmeester, dat het batig saldo van dit jaar f eo.081^ bedraagt.

Vervolgens verkreeg de heer J. A. Bergmeijer van Dordrecht het woord tot beantwoording van de vragen: Is de klacht, dat de jeugd ongehoorzamer en baldadiger is dan vroeger, gegrond? Zoo ja, wat kan de onderwijzer dan doen, om, ook buiten de school, dit kwaad te bestrijden ?

Spr. komt tot de conclusie dat daartegen voor den onderwijzer der volksschool nog veel te ver. richten is, vooral voor den dorpsonderwijzer, die dikwijls over meer macht en invloed beschikt dan het hoofd der gemeente. Een eerste stap daartoe acht spr. het opdoen van kennis omtrent de gezinnen. Op deze wijze meent spr., kan de onderwijzer er toe medewerken om in zijn kring het gezag te doen rusten op betere grondslagen en den eerbied voor het gezag ook bjj de jeugd te verhoogen.

Hierna voerde de heer A. Kars van Goudriaan het woord over „Het landbouwonderwijs op de plattelandsscholen."

Spr. verklaarde zich weinig ingenomen met de bestaande richting van het landbouwonderwijs. Naar zijne meening behoort men van onder op te beginnen ; eerst dan zal inderdaad de landbouwende bevolking zelve van dat onderwijs profijt trekken. Spr. wenscht, dat dit onderwijs occasioneel gegeven worde in de hoogste klassen der lagere school en bij het herhalingsonderwijs en verwacht van zoodanige toepassing directe vruchten ook voor de kringen van den landbouwenden stand, welke niet van het onderwijs op de rijkslandbouwschool of de wintercursussen gebruik maken.

Nadat de heer P. van Meerkerk zijne sneeuw-en ijs-idylle had ten beste gegeven werd de vergadering gesloten.

Tot leden van het bestuur waren gekozen de heeren Boerman, De Man en Van Efferen.

Zaterdag 6 Juli werd ten huize van den heer Smeenk aan de Worp te Deventer de jaarvergadering gehouden van onderwijzers in het arr. Deventer. De vergadering was goed bezocht, werd bijgewoond door den Districts- en Arr.-schoolopziener en door den wethouder voor onderwijs en opgeluisterd door de uitvoering van eenige liederen.

De eerste vraag, die aan de orde kwam, was: of het misschien wenschelijk mocht geacht worden alleen dan een jaarvergadering te houden als eenig actueel punt aan de orde is ? Uit de daarover gevoerde gedachtenwisseling bleek, dat er veel neiging bestond om die vraag ontkennend te beantwoorden.

Met groote meerderheid van stemmen werd dan ook tot het voortzetten besloten.

Daarna besprak de heer W. Jansen JHz. van Deventer: 't schoolonderwijs moet met lichaamsbeweging afgewisseld worden.

Aan de hand der nieuwere hygiënisten en statistici bracht hij zeer ernstige bezwaren tegen het volksonderwijs in en deed door voorbeelden uitkomen, dat de volksschool de gezondheid der kinderen in hooge mate bedreigt. In zijn tweede gedeelte betoogde hij dan op welke wijze het gymnastiekonderwijs kon dienstbaar gemaakt worden aan het bestrijden van die gevaren. Hij wenscht de schoolgymnastiek opgevat en beoefend te zien als geleid spel in de frissche buitenlucht.

Daarna kreeg de heer K. de Vries Sz. van Enschede het woord over handenarbeid op de lagere school in plaats van het tegenwoordig aanschouwingsonderwijs. In een hoogst boeiende inleiding vertelde hij wat hij in Enschede deed om de kinderen door middel hunner eigen handen te ontwikkelen.

Aan het slot wekte hg op om als hij de proef te nemen; men zou evenals hij verbaasd staan over de gevolgen.

De Provinciale Commissie in Groningen, welke permanent werkzaam zal zijn, om de opname der onderwijzersweduwen en weezen in het pensioenfonds voor burgelpe ambtenaren te bevorderen, vergaderde 1.1. Zaterdag opnieuw in het café Veening te Groningen.

Bij de vraag „Wat nu te doen?" worden de punten nagegaan, die in de laatste vergadering te Utrecht aan de orde zijn geweest. Daar werd besloten, dat in elke jaarlijksche vergadering van de Gew. vereeniging en van de algemeene vergadering van het N. O. G. de zaak aan de orde dient gesteld te worden door het uitbrengen van rapporten etc. Verder zal de medewerking van het rijkstoezicht verzocht worden. Ook werd de vraag, of het wenschelijk is, dat ook leden, van de 1ste en 2e Kamer de zaak in onderwijzersvergaderingen gaan bespreken, bevestigend beantwoord.

Naar uit de discussie blijkt, vindt men het noodig, dat men een onderzoek instelle naar de meening van de leden der 1ste en 2de Kamer over eene pensioenregeling. Onder overigens gelijke (of nagenoeg gelijke) omstandigheden kunnen de onderwijzers op aansporing van de Prov. Comm. de candidaten steunen voor leden van de 2de Kamer en Provinciale Staten, die onze zaak voorstaan en verdedigen. Verder wordt nagegaan hoe de afgevaardigden in onze provincie daarover zullen denken. Men is overtuigd, dat men daarover tevreden kan zijn.

Aan het bureau der centrale commissie zal worden opgedragen te onderzoeken wat de Prov.