HET MALEISE NOMEN EN DE NUMERUS-KATEGORIE.

395

kategorie kennen; roemah is grammatikaal m.i. niet common number, doch anumerisch te noemen.

In het Nederlands bestaan voorts woorden als melk, glas, ijzer, thee, stoom, ijs, mest, zand enz., in 't Duits Ranch, Blut, Eis, enz., in 't Engels water, gas, butter, steam1), enz. enz., stof- en massa-aanduidende woorden, die in de als eenheid gevatte, samenhangende stof, massa, geen onderscheidingen, onderverdelingen aangeven; het aangeduide is op-zich-zelf niet een begrensd, aan bepaalde vorm gebonden ding of begrip. Genoemde Nederlandse enz. woorden „hebben geen meervoud"2). Dwz. in de samenhang van de grammatikale structuur van het Nederlands zijn deze woorden formeel enkelvoud. Vergelijken we bijv. mens - mensen, knikker - knikkers, ei - eieren, dan is in de enkelvoudsvormen 't ontbreken van -en, -s, -eren karakteristiek. Doch dit ontbreken van 'n dergelijk element (-en, -s, -eren) heeft pas betekenis wanneer het systematisch contrasteert met de aanwezigheid er van er naast. 3) Op zich zelf is 't ontbreken van dit element, van een bepaalde klank of klankgroep, grammatikaal, zonder zin. Daarnaast hebben wij in het Nederlands stof- en massa-aanduidende woorden die steeds pluralia zijn: watten, hersenen; zo in Engels oats „haver" (bij ons singularis), victnals, dregs, „droesem", in het Duits Fdkaiien, etc. Deze woorden sluiten zich formeel aan bij de in de genoemde talen bestaande meervoudsvormen.

Het lijkt mij dienstig er met een enkel voorbeeld op te wijzen dat andere talen op dit punt andere bijzonderheden vertonen, andere klassificaties maken. In het Oost-Iraanse Afgaans (met inheemse naam Paschto) geldt de regel, dat „nouns denoting any substance which is composed of, or naturally separate into an indefinite number of similar particles, are considered plural, e.g. water, wheat"4). Voorts: „Foilowing from the last, the material of which anything is composed, when it itself is composite in nature, is conceived of as plural, e.g. wool, as consisting of an aggregation of hairs". Zo zijn daar cle woorden voor: tarwe, mosterd, suiker, gras, zweet, bloed, water,

x) Duitse voorbeelden bv. bij Paul, Prinzipien der Sprachgeschichte4, § 187.

2) In speciaal-, technisch-, vak-gebruik kan het incidenteel anders zijn: chemici spreken bv. van stakers. „Im modernen kaufmannischen Stil sind Pluralbildungen zur Bezeichnung verschiedener Arten (Sorten) sehr beliebt: Tuche, Biere .. . Oele, Salze usw. Diese Bildungen sind meist sehr jungen Ursprungs". Erdmann-Mensing, Grundzüge d. deutschen Syntax, II, p. 20.

3) Uitvoeriger bv. bij W. L. Graff, Language and languages, New-York, 1932, pp. 208, 211.

4) D. L. R. Lorimer, Pashtu, I, § 17.