- 241 -

Watersnood-tentoonstelling.

Panorama-Gebouw, Amsterdam.

Ten slotte is er géén gebeurtenis in het menschelijke leven, waarop niet de kunst haren stempel zet. Ook op den watersnood, die, in onze provincie, zoo véle slachtoffers heeft gemaakt.

In de nieuwe kunstzaal van het Panorama te Amsterdam wordt eene Watersnood-tentoonstelling gehouden.

Deze nieuwe kunstzaal is de welgeslaagde restauratie van de vroegere groote vendutie-zaal, saamgekoppeld met dat deel van het Panorama, waar eenige jaren lang „Alva's laatste rit" was te zien. De wanden zijn in fijnen grijzen toon gehouden van neutrale werking, de lambrizeering is zóó aangebracht, dat al wat tentoongesteld wordt „a la rampe" kan worden gehangen. En waar in de donkere winter- en voorjaarsdagen het natuurlijke hemellicht, dat door het glazen dak valt, te kort mocht schieten, is een reeks moderne elektrische lampen aangebracht, die, ook bij avond-tentoonstellingen, het geëxposeerde in een helder licht zetten, — licht van een neutrale kleur, dat de kunstwerken nooit kan schaden.

In deze ruime, hooge, voornaam aandoende zaal, die een aanwinst is voor het kunstleven der hoofdstad, en die op zichzelf reeds de kennismaking waard is, is de belangrijke verzameling prenten, histonana, boeken, foto's en kaarten tentoongesteld, die onze geleerde — inderdaad: geleerde! — Amsterdamsche verzamelaar Th. A. H a r t k a m p heeft bijeengebracht op het gebied van overstroomingen en dijkbreuken. (Waarom de Amsterdamsche universiteit den heer Hartkamp nog niet het doctoraat honoris causa in de Nederlandsche letteren heeft aangeboden, begrijp ik niet!) Daar is zoo ongeveer alles wat, in den loop der eeuwen, in ons land verschenen is, uitgegeven, gedrukt, verkocht, betreffende stormvloeden, overstroomingen en wat daarmede verband houdt, en vele dingen die uit kunstoogpunt mede van groot belang zijn.

In chronologische volgorde heeft de heer Hartkamp, die den belangstellenden bezoeker — en zij zijn vele — met groote duidelijkheid en met veel-omvattende kennis alles toelicht en verklaart, zijn kostbare verzameling, fraai opgezet op kartons, tegen de wanden uitgehangen, — en tusschen de talrijke prenten en afbeeldingen vindt men menig kunstwerkje van waarde.

Een paar teekeningen (litho's) openen de collectie met een fantastische voorstelling van den Kimbrischen vloed (1 1 3 j. v. Chr.) Dit is natuurlijk fantazie; maar de geteekende figuren drukken heel krachtig de angst

en de ontzetting uit van de geteisterde slachtoffers.

Dan volgt een fraaie kopergravure van den in 1421 plaatsgehad hebbenden Sint-Elisabethsvloed. Uit deze overstrooming van den Zuid-Hollandschen Waard is later de Biesbosch ontstaan. En de gravure heeft, vele jaren daarna, nog menigen teekenaar en plagiator gediend — ook een Franschen uitgever — als voorbeeld voor eene voorstelling van een dijkbreuk en overstrooming.

Deindezestiendeenzeventiendeeeuwin ons land — dat een waterland steeds met véél gevaren was — ontstane overstroomingen, in beeld en gedenkblad geteekend en bezongen, vinden in 1651 een hoogtepunt in de gravures van de overstrooming van den Sint-Anthoniedijk te Amsterdam, — gravure die óók weer velen navolgers, en ook een Franschman weer, als voorbeeld heeft gediend. Trouwens, meerdere koperdrukken en etsen, — sommige in zeldzame exemplaren als „épreuves d'artiste" aanwezig, — werden, evenals de gravures van de historische zeeslagen, meermalen herdrukt: bij verschillende gelegenheden. Als typische voorbeelden mogen dienen de beide fraaie, in warmen sepia-toon gedrukte kopergravures van de overstrooming in 1 799, waarvan, toen tien jaar later, dus in 1 809, Koning Lodewijk zich bij de in dat jaar gevolgde overstrooming zoo verdienstelijk en zoo populair had gemaakt, de koperen platen weer voor den dag werden gehaald, om, in zwarten toon nu, en in minder fraaie kwaliteit, opnieuw te worden afgedrukt, ten einde als gelegenheidsprenten, doch thans in plaats van met het jaartal 1 799 voorzien, met het jaartal 1809 in den handel te worden gebracht ....

Daarentegen heeft men, toen, tijdens de groote algemeene overstrooming, in 1825, de visschersplaats Scheveningen zoo hevig werd geteisterd, de gravures van 1775 — jaar waarin Scheveningen vrijwel door de zee werd verwoest — onaangeroerd gelaten, en heeft Schelfhout, de vader van den bekende, nieuwe lithografische teekeningen gemaakt, die „au grand complet" op de tentoonstelling inde Panoramazaal aanwezig zijn.

Een typische watersnood-gravure, op Amsterdam betrekking hebbende, is voorts die van 1 776, toen het z.g. Blauwe Hoofd totaal overstroomd was: het latere Westerkanaal, dat thans goed beschermd is. Ook de Rijn-overstroomingen van 1 784 hebben menig kunstenaar opgewekt tot het maken van grafische herinneringen aan die ramp.

Zoo komt men aan de uitgebreide verzameling prenten die de overstrooming van 1 809 den graveurs inspireerde. Gelijk gezegd, en naar bekend is, was dat de tijd, dat de door Napoleon naar ons land gezonden koning Lodewijk zich, door zijn hartelijke bemoeiingen met de geteisterden, zoo geliefd maakte. Menige gra-