282

O VEE DE EIND-MEDEKLINKERS IN HET

Voorts worden namen van werktuigen van werkwoorden afgeleid door reduplicatie, als: sasukat, maat, van sukat, meten; kakoir, rasp, van koir, raspen. Althans in het Tettumsch, zooals het in Port. Timor gesproken wordt, is voor de geredupliceerde lettergreep nog dikwijls eene k gevoegd.

Een Tettumsch woord kan, behalve op eene vocaal, uitgaan op eene k, l of r, n, s, t. In het Dillisch wordt tot behoud vau den sluiter dikwijls een korte klinker achter het woord gevoegd, als bijv. in het Mak., bijv. siikate, voor sukat; fuko, voor fuk, enz., (bij het Rott. geschiedt dit ook dikwijls in het dial. van Oenale).

Eene slot-/?: kan staan waar 't woord ook oorspronkelijk op eene h uitging; bijv. fuk, haar, (Bul. wuük, enz.); folok, corromper se1, (R. pul uk, Mal. bur uk, enz.); fuhuk, buruk? wel eene

B. natölo, Mal. batëlor, eieren leggen. Naar analogie daarvan zal de nominale vorm van andere werkwoorden, welke eveneens „vervoegd" worden, als: liataük naast nataük, in het Dillische nog hametaük = E. dial. namat au, vreezen; hodi naast no di = E. n eni, brengen, ontstaan zijn. Bij de vervoeging van een Tettumsch werkwoord doet zich nog de omstandigheid voor, dat de vormen voor den eersten en tweeden persoon meervoud verloren zijn gegaan en vervangen door het verbale substantief, dus ita en ami hamulak, (hodi), wij bidden, (brengen); emi hamulak, (hodi), gijl. bidt, (brengt), voor *ita tamulak, (todi); ami mamulak, (modi); emi mamulak, (modi). Ook in het Galoli, eene taal welke eveneens in Port, Timor gesproken wordt, is de vervoeging in dezelfde personen in de war geraakt, wel zegt men daar nog: gita fcablib.uk = Tettum ita hakdiük, wij (inclusief) spelen; maar tevens ook: gami tablihuk, wij (exclusief) spelen; terwijl in: mi rablihuk, gijl. speelt, liet verbum denzelfden vorm heeft als in: sia rablihuk, zij spelen, welke vorm tevens, althans eenigszins de waarde van het verbale subst. heeft gekregen, althans hij wordi ook gebezigd in eene bastaard-samenstelling met den Porfcugeesohen uitgang „dor", als: rablihuoo-dór = brinoador; (vgl. Noeöes da G-ramm. Galoli, pelo missionario Padre Manuel da Silva, Macau, Typ. d. Seminario, 1900). In het Tettumsch, zooals het ter hoofdplaats Dilli gesproken wordt, heefl zulk een werkwoord alle vervoeging verloren en bezigt men in alle personen bijv. hamulak, hodi In de Tettumsch-Mal. Wdl., in het Tijdschrift Ind. T. L. en Vlk., deel XXXVII, An. 5 (en uit den aard der zaak ook in het Port.Tettumsch Wdb.) worden al deze werkwoorden in den vorm met h(a) opgegeven, hier beslaat volstrekt geen bezwaar tegen; deze vorm kan, voor de tegenwoordige taal als de stamvorm gelden, derhalve zullen de werkwoorden hier beneden in denzelfden vorm opgegeven worden.

1 Hier en daar verschilt de taal in Port, Timor van die in het Belusche, gelijk wel te begrijpen is. Ofschoon het eigenlijk bier van weinig belang is, geef ik daarom van de woorden, welke ik slechts in eene der in de vorige noot genoemde bronnen gevonden heb, de vertaling óf in hel Maleisch, óf m het Portugeesoh; komen zij in beide bronnen voor, dan volgl gewoon de Nederlandsohe vertaling.