WAT DE BEURS DEED„„

In hoeverre andere oorzaken zouden kunnen worden aangevoerd voor de flauwe stemming, waarin iedere afdeeling der Beurs vrijwel de geheele afgeloopen veertien dagen verkeerde, zeker is, dat de met zooveel spanning verwachte Duitsche voorstellen een ongunstige invloed hebben uitgeoefend.

De hoofdinhoud van de op 2 Mei officieel aan Frankrijk aangeboden nota bestond uit het aanbod tot betaling van dertig millioen Goud-Mark, welk bedrag uit internationale leeningen zou moeten worden verkregen. Nauwelijks was dit bekend of algemeen werd aangenomen, dat ook dit voorstel wel zonder meer zou worden verworpen: om tot een „regeling" tot betaling te komen was Duitschland wederom bereid, tot de directe betalingzelve komt het echter weer niet.

Het Fransche antwoord luidde dan ook afwijzend, echter ditmaal niet zonder argumentatie, zoodat optimisten, uit het feit, dat in het antwoord van „niet-voldoende voorstellen" gesproken wordt, de mogelijkheid open vonden, dat deze voorstellen tot „wèl-voldoende" kunnen worden omgewerkt.

Gezien de gezindheid der Duitsche bevolking tegenover de bezettingstroepen is een gunstige wending in het Ruhrgebied dan ook niet te wachten, doch zal de toestand eerder wel geleidelijk verergeren.

Marken zijn verder afgezakt van ƒ 0.0085 tot f 0.0060; Parijs en Brussel resp. van ƒ 17.35 en f 15.— tot ƒ 16.85 en ƒ 14.50, aan het eind dezer periode eerder prijshoudend sluitend.

Zooals boven vermeld bewogen bijna alle koersen zich in dalende richting: zoowel Suiker-, Rubber- en Tabaksaandeelen, als Olies en Diversen moesten zich gevoelige koersverliezen getroosten.

Slechts voor eenige fondsen bleek eenige kooplust te bestaan.

Zoo werden aandeelen en obligaties der Koninklijke Hollandsche Lloyd door ééne zijde grif uit de markt genomen. Naar men wilde voor Duitsche rekening, terwijl tevens geruchten de ronde deden, dat het leegstaande kantoorgebouw zou zijn verkocht aan den heer Broekhuis ten behoeve van diens nieuwste créatie: „De Dag", dagblad, dat hij met Juli a. s. zal uitgeven met de intellectueele leiding van den heer Schröder, ex-hoofdredacteur van de „Telegraaf."

Ook voor Redjang Lebong bleek eenige belangstelling te bestaan. Eenige groote kooporders bracht den koers, bij gebrek aan materiaal, van 97 % op 109 %.

Het herstel was echter van korten duur: toen de markt aan zich zelf was overgelaten ging èn bij de Holl. Lloyd èn bij de Redjang weer veel van het behaalde avans verloren.

Ook Amerika heeft niet meegewerkt om onze Beurs optimistischer te stemmen. Hoewel de Amerikaansche berichtgevers dag in, dag uit wezen op de buitengewoon gunstige conjunctuur in de staalnijverheid, (de Steeltrust zou met volle capaciteit werken) op de record-gang van zaken in handel en industrie, (zooals gebruikelijk, getoetst aan de opgaven van het aantal ledig staande goederenwagens, die nü een tekort aangaven tegen als regel een surplus) kwam de „lijst" schier eiken dag „lager" af en zijn de meeste waarden in de laatste vier weken op aanmerkelijk lager niveau aangeland.

De Beurs, als uiterst gevoelige barometer, voelde waarschijnlijk, dat de voorspoed niet van langen duur zou zijn. In Amerika toch slaat de conjunctuur dikwijls plotseling om en is de toestand vaak reeds geheel anders geworden, eer wij er iets van bemerkt hebben.

Wij geven hieronder een lijstje van de