van zichzelf, wanneer binnen 24 uur trouw en vriendschap zóó omslaan in ontrouw en vijandschap.

Wij houden ons aan de opvatting, dat de Arbeiderspartij en de vak* beweging in Engeland verstandig zouden hebben gedaan deel te nemen aan de nationale regeering. Deze beschamende verkiezingsnederlaag zou haar zijn bespaard. Er waren toch punten van overeenstemming. Met negentig procent van het bezuinigingsprogram was de partij het eens, al ging het niet van harte. En over het punt op het nationale program, dat ieder geval van protectie zou worden overwogen, was de vakbeweging het eens. Het staat uitdrukkelijk in het „rapport van het economisch comité van den algemeenen raad van het Engelsche vakverbond over vraagstukken met betrekking tot de economische politiek" (No. 2, E. C. R. 6/1930): „Er zijn altijd voor en* nadeelen en ieder geval moet daarom worden onderzocht, of het voordeelig is rechten te heffen. Een besluit kan èn politieke voordeden èn econo* mische nadeelen hebben; het moet zoo zijn, dat deze vraagstukken niet meer worden behandeld met vooroordeelen, gebaseerd op het geloof, dat bepaalde fundamenteele beginselen of tradities ten koste van alles moeten worden gehandhaafd; het is een zaak van utili* teit in een bepaalde situatie." In de regeering had de partij kunnen remmen, zij zou er, om met Huysmans en Anseele te spreken, zelve bij zijn geweest, indien moest worden bezuinigd. Thans staat de partij er buiten en zonder en over haar wordt beslist. Zij werd tot een oppositie gedwongen, die haar niet lag en die door de kiezers niet werd begrepen. Controle over de banken werd de eerste leus op het program, — gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het hoofdstuk over het bankwezen staat in ons socialisatierapport nog altijd achteraan. Het punt is op een socialistisch program voor de toekomst een onmis* baar onderdeel, doch er zullen maar weinigen zijn, die het Arthur Wauters betwisten, dat eerst bij de uitwerking er van de ontzaglijke complicaties en moeilijkheden blijken. De politieke revolutie was in vele landen slechts het werk van een dag; de sociale revolutie zal er overal een zijn van vele lange en moeilijke jaren. Geen hand uit* steken om het krakende kapitalisme te redden is een frase, een partij onwaardig, die zich van haar verantwoordelijkheid bewust is, een frase, die kan dienen om er eigen onmacht achter te verbergen. Laat ons voor het socialisme hopen, dat het kapitalisme niet ineenstort; in hetzelfde socialisatierapport staat waarschuwend de zin, dat het huis der maatschappij ingrijpend moet worden verbouwd, terwijl wij er in blijven wonen.

Het volk van flegmatieke slaapmutsen, zooals Engels in zijn bekende boekje over den toestand der Engelsche arbeidersklasse het Engelsche volk heeft genoemd, krijgt harde klappen. De gouden eeuw is reeds lang voorbij en een halve eeuw en langer leeft het volgens de uit*

908