DE ZONDERLINGE BRUIDEGOM

polsend). Ja, als u 'r hier had gezocht, dat was nog 'n excuus geweest. Berouw, al komt 't laat, staat altijd mooi! En de geschoktheid van uw zenuwen maakt uw daad, zooal niet verschoonbaar, dan toch eenigszins begrijpelijk. Maar

op deze manier (hem nog sterker polsend) Want u is

"hier zonder bedoeling gekomen?

RIJNSTEE (haar spel niet doorziend, eerlijk). Ik wist van niets. Als ik maar in de verste verte had kunnen vermoeden, wie ik hier zou vinden, dan zou ik zeker niet gekomen zijn. Ik zou Hetty.... uw dochter niet de pijn willen aandoen van haar te achtervolgen.

MEVR. v. BR. (wendt zich met verontwaardiging even tot Ella). Nu zie je! — (weer tot Rijnstee) En, meneer, uw langste tijd is hier zeker wel geweest?

RIJNSTEE. Ik ben bereid, dadelijk heen te gaan.

v. BR. (die onrustig heen en weer heeft gedribbeld, rechts bij de tuindeuren met beginnend verzet). Dat is nu toch niet noodig!

MEVR. v. BR. (verbaasd, ongeveer in 't midden). Wat zeg je?

v. BR. (als voren). Waarvoor zou hij gaan? Al ontmoetten de jongelui elkaar, wat dan nog? Ik weet 't, ze apprecieert 't in 'm, wat hij gedaan heeft. Het heeft hen in zekeren zin dichter tot elkaar gebracht, het

MEVR. v. BR. Hugo! 't Is bijna onzedelijk, wat je daar vertelt! Ik zou meneer nog bijvallen! En zoo vreeselijk als ons kind geleden heeft. Tèlt dat bij jou dan niet?

v. BR. (met 'n zachte koppigheid). Maar ik ben 't volstrekt niet met je eens dat

MEVR. v. BR. (in hoogste verstomming). Niet met me eens? Maar, Hugo! (spreekt heftig met 'm bij de tuindeuren, v. Br. geeft nog niet geheel toe. Ella, die al dien tijd op den achtergrond Rijnstee heeft staan fixeeren, komt op "m toe — links vóór).

ELLA ('m tartend, weet niet goed, wat ze aan 'm heeft). Zoo, zoo, mannetje, me al te verlaten, vóór je me nog bereikt hebt!