DE ZONDERLINGE BRUIDEGOM

jullie me! Ik loop ook weg, daar! Ik sla aan het muiten! (niet zonder ontroering af in den tuin).

MEVR. v. BR. (die dit sprakeloos heeft aangezien, na een oogenblik, breed als de tragédienne). Kinderen, komt mee! Die meneer heeft je vader nu ook al met z'n ideeën vergiftigd! (gaat vlak voor Rijnstee staan) Huwelijks-bolsjewiek! (loopen alle drie verontwaardigd af).

DOEK.

(Slot volgt.)