ANGST

een sluipenden poot of een dof suizenden wiekslag. En wat kon die kille streep wezen, die zoo forsch over zijn been getrokken was? Zou het de snijdende beet zijn van een slang, die nu zijn klam lijf om zijn been omhoog wrong? Al deze doellooze gedachten vormden echter geen oplossing en zijn gehoor en gevoel bleven doortasten in de looze ruimte, zonder zich te kunnen vastklemmen aan een enkel geluid of beweging. Toch wilde hij weten, al mochten dit dan ook zijn laatste minuten zijn, waaraan hij niet meer twijfelde, wie daar, onder bescherming van de holle donkerte, gereed stond hem aan te randen. Zou hij het wagen naar zijn keel te tasten, op de plaats waar dat vreemde voorwerp hem had aangeraakt? Spoedig verdrongen de onrust en de nieuwsgierigheid, de vrees en zoekend greep hij voor zich uit, totdat hij stootte tegen iets, dat hem deed denken aan een taai stuk riet. Voorzichtig pakte hij het aan alle zijden beet en nu bemerkte hij, dat het bestond uit drie gedeelten, die telkens door een verdikking verbonden waren. Ook voelde hij aan beide kanten van dezen spriet een zelfde voorwerp, wel korter dan het eerste, maar toch van gelijken vorm. Terwijl hij zijn drie middelste vingers luchtig tegen de spitse uiteinden hiervan duwde, raakten zijn pink en zijn duim eveneens elk een dunne punt. Plotseling zag hij nu zijn eigen gestalte vóór zich, alsof zij op een lichtscherm geprojecteerd werd, zijn eene arm was opgeheven en zijn vingers hield hij gedrukt tegen een onbekend zwart voorwerp. Een zonderlinge gewaarwording overviel hem, want hoewel hij niet verklaren kon waarom, gevoelde hij een zekere verwantschap met dit vreemde vijftal stengels, dat zich evenals de toppen van zijn vingers, aan de uiteinden een weinig krom gebogen had.... Op welk oogenblik kon hij dan voor het eerst deze vluchtige overeenkomst bemerkt hebben? Langzaam schreed hij nu terug langs de reeks van gedachten, welke hij tot nog toe gevolgd had, om hiervan de uitgangspunten te kunnen vinden, die hem wellicht nader konden brengen tot de oplossing van den raadselachtigen toestand, waarin hij zich bevond. Na elk idee herinnerde hij zich tenslotte een voorafgaande