PAARDEBLOEMEN

door

GRETA VOLLEWENS—ZEIJLEMAKER

Voor Mevrouw R.

„Meneer Eddy, ben je nu nog al in je pyama! Schiet toch eens een beetje op!"

„Meneer Eddy, wat ben je toch een teut, zeg!"

„Meneer Eddy, moeten we nu nog al langer wachten?

En drie paar kleine meisjesvoetjes trappelden ongeduldig op het breede trottoir en drie blozende gezichtjes keken bestraffend naar boven, waar voor het wijdopen venster een lachend jongensgezicht verscheen.

„Nog tien minuutjes, dan ben ik klaar!"

„Abah, nog al tien minuten! Kom Netty, dan gaan we nog even wedstrijd spelen. Wie het eerste het groote blok om is. Nee Lotteke, stil staan! Tegelijk beginnen. Eén, twee, drie!"

En weg vlogen de drie vroolijke kleine robbedoezen. Driftig klikklakten hun rappe voetjes en hoog gaven hun jonge stemmetjes elkaar bevelen.

Glimlachend keek de jongen ze na, de drie blije kleuters, zijn vroolijke vriendinnetjes, die straalden van gezondheid!

Peinzend bleef hij nog even staan voor 't venster en keek naar buiten in den stralenden Mei-dag. Alles bloeide en botte uit. Welig, warm leven was overal.

XII '