DE ZONDERLINGE BRUIDEGOM

derom) Dan ben je d'r nog erger aan toe dan ik, kerel. — En wat wou je nu eigenlijk van me?

v. BR. (zacht). Ga jij spreken.... met Truus.

DUIVENDRIGT (opstaand). Daar hèb je 't al! Als ik daar weer niet voor moest opdraaien! Huwelijken, sterfgevallen. ... en nu nog verzoeningen ook! Jongen, ik krijg plezier van m'n familie!

v. BR. (is eveneens opgestaan, loopt 'm na). Je zult 't niet weigeren, we hebben altijd op je kunnen rekenen. Ik weet niet eens, of ze al in de stad is.

DUIVENDRIGT (aan 't raam, verrast). Nee, nu wordtie prachtig!

v. BR. Wat?

DUIVENDRIGT. Daar heb je Truus ook, met de meid. Ze komen hierheen!

v. BR. (met 'n schok). Heere God! Dan komen ze luchten. Vroeger hebben ze me ook al eens bijna gesnapt! Ja, wat moet ik doen? Ga mee! (wil naar rechts, tweede deur).

DUIVENDRIGT (vindt dat toch wel eenigszins beneden zijn waardigheid). Ja, maar, verstoppertje spelen, daar houd ik niet van, hoor!

v. BR. (bijna smeekend). Toe! Ik moet even bedenken! (snel op le deur rechts wijzend) O, ja, daar wacht iemand op je. 'n Zekere. .. . Drillema.

DUIVENDRIGT (verrast). Nee? Drillema! (met humor) B. Drillema? Met één a? (v. Br. knikt, luistert tevens angstig, of hij de voordeur nog niet hoort), 'n Sukkel! Lichte vervolgingswaanzin. Ik had 'm dien.... Heytsteek aangeraden. Ik dacht, dan heeft die jongen tenminste één patiënt! Maar ja, als je wegloopt!

v. BR. (heeft geluisterd). Daar heb je ze! Gauw! (trekt Duivendrigt, die lichtelijk protesteert, mee in de tweede deur rechts.)

5e t o o n e e 1.

Het tooneel is een oogenblik leeg. Dan komen uit den fond Mevr. v. BRANDELEN en 't KAMERMEISJE.