«4

AANMERKINGE n OMTRENT

*» "1Gt ZlJne dwaling voordeel te doen, de weg, om „ hen daartoe te verveeren, niet lang is."

Zoo als boven gezegd is , de liedendaagfche Joden nemen er niet alleen genoegen in, dat uit leo van Modena het denkbeeld van hunnen Godsdienst en plegtigheden worde ontleend, maar zij fchijnen het zelfs te verlangen,

Op grond diens werks zullen wij ze diens volgens doen kennen.

Al wat heden ten dage onder de Joden wordt vernet ot in acht genomen, wordt verdeeld in drie klasfen: T. de geboden der gefchrevene wet van mozes, die zij Mtzvoth Hattorah noemen, of bevelen der wet; 2.de ■thalmud, of de mondelinge wet; 3. de gewoonten, die naar gelange der plaatfen veranderen.

Bekend zijn de geboden der wet van mozes, en al de plegtigheden, die zij beveelt; doch de Rabbijnen hebben eene menigte nieuwen uitgevonden. Wanneer de Joden een huis bouwen, moeten zij het onvoltooid laten , ter gedachtenisfe der verwoesting van den Tempel Zii mogen ftandbeelden noch portretten hebben; hunne huisgeraden en keukengereedfchappen moeten niet ge bruikt zijn. De Rabbijnen bepalen zelfs de ligchaams* houding , die men in den flaap moet in 'acht nemen, Zij.gelooven aan droomenden vasten om ze te bezweren.

Velerhande kleederftoffen zijn hun verboden. Aan hunne kleederen de gedaante niet durvende geven die hun beyolen is, dragen zij onder hunne kleederen een huk faken, t welk van dat fatfoen is, ea 't welk zij arban Canfoth noemen,

Ontelbaar zijn hunne reinigingen; zij verbieden hunk «et water, waarin zij hunne handen hebben gewasj , ™'' °.P, fl.en g1'0"'1 te werpen, aangezien zij er, om loot)enKin^eids Wille' niet zouden runnen 'overheen den onze Sel^kS moeten zi3 teïl honderd gebe-

bedriiven f'i •lierhalen dezelve bij ieder hunner dmik wpib» j elken onverwachten of levendigen in> naar 'de sEr,fJ ontv™ê™- Driemaal daags gaan zij

etïdora> S2' mo§en e£en noeh drinlten' noch iets doen, noch zelfs iemand groeten, voor dat zij er de eerlte maal geweest zijn Hunne graanfoorten mogen zij niet te gelijk zaaijen.

Gec*