54 over het voortreffelijke

zoekt gij uwe kennis uit te breiden? Wie verzekert O,' oat gij altijd het nuttigst georuik van die kennis zult maken? En, hebt gij veel verkregen, gewis veel zal Ook van u geeischt worden. Zoo verkies u dan de dwaasheid boven de wijsheid, de diepe onkunde der meest onbefchaafde volken, boven de troostvolle ver hcfiting Christenen; of, dat hetzelfde is, de af.

sssiss^r^*01 boven de eenvoudige'je G°d-

i k.

Mijn hart ftrijdt hiertegen, ik gevoel het, gij hebt gew luk. Maar de volken, die door Christen Zendelingen lait den ijzeren flaap der onkunde gewekt worden, zie

£. T1S' °ProePen' om pligten te vervul¬

len, die, voorzeker, nier allen door hen vervuld zullen worden : en, hoe veel zwaarder zal hierdoor hunne verantwoording niet worden? terwijl zij nu in hun-e onwetendheid gerust voort leven, en volgens de wetten der natuur, die in hun zedelijk gevoel gefchreven ziin flechts zullen geoordeeld worden. 8

adelhart.

Ik merk niet dat wij nog iets gevorderd zijn; gij blijft nog altyd het onvermogen, om iets te misbruiken, verkiezen, boven het vermogen, om het hoo°fte toppunt van geluk te bereiken. Zeg mij, zoudt°gii eenen aanzienlijken fchat, die u wettig toekwam, afitaan, om hierdoor buiten de mogelijkheid te zijn, om dien Ichat te misbruiken? of zoudt gij uwe armen laten afhouwen, uit vrees, dat gij immer een broedermoorden zoudt worden? of zoudt gij uwen zoon, over wiens geboorte gij u, voor weinige dagen, zoo regt naneujk verheugde, willen ombrengen, uit vrees, dat zijn volgend leven , met fchande bevlekt, u, en hem , TT ramPzahgheid zoude verftrekken ? O, mijn vriend!

™1V™ retle!i:ik; alles alles ■ het dierbaarite

wat god ons fchonk, het aanwezen zelfs, kan de bron worden van ons eindeloos ongeluk; maar wij zijn dcelgenooten van eene natuur, die de volkomenfte zaligheid km omvatten, die beftemd i§ om te genieten, en om

Van