VAN CAREL BORROMEUS.

83

gezondheid te hulp komen. Het duurde echter vrij

lang, eer hij beterfchap vond. Zoodra hij zich weder een weinig fterker gevoelde, begaf hij zich weêr aan zijne ambtsverrigtingen, en vergat ziekte en geneesheer. De kwaal werd intusfehen allengs hardnekkiger; door geneesmiddelen fcheen zij Hechts te verergeren j hij moest het bed houden. Doch ook op het bed kon hij niet ledig zijn; hij overdacht de ftoflën, welke op de aanftaande derde algemeene Synode, in April 1572, in overweging moesten komen. Ondertusfchen viel er iets voor, hetwelk hem belettede die Synode bij te wonen.' Pius de V ftierf, en borromeus ging, ondanks zijne ziekte, naar Rome, om bij de verkiezing van een'nieuwen Paus tegenwoordig te zijn. Hit voorzorg, natn hij echter een kleine apotheek van artfenijen met zich. De reis deed hem niet flechts geen nadeel, offchoon hij die bij dag en nacht moest voortzetten, maar verfterkte hem, integendeel, van dag tot dag. Van deze onverwachte herftelling zijner gezondheid, bad hij een zon« derling voorteeken, bij het doortrekken van Bologna. Hij was niet verre van die ftad af, toen de muilezel, die de geneesmiddelen droeg, door eenen mistred, de ganfche apotheek afwierp, ën in den voorbijviietenden Aroom deed vallen; de glazen en aarden potten braken» df hetgeen vloeibaar was liep ledig, en hetgeen geheel bleef, "voerde het water weg. De Kardinaal lachte, toen hij het vernam. „ Dat is een goedvoorbeduidfel," zeide hü ; en hij gebruikte ook, van dien tijd af, geene geneesmiddelen meer. — Het gezélfchap der Kardinalen was flechts twee dagen in het Conclave; door den invloed des Kardinaals granvelle , Onderkoning van Na*> pels, vereeuigden zich de ftemmen fpoedig op hugo buoncomi^agna , eenen Bohgnees, die den naam van gregorius den XIII aannam. — In November 157a, was borromeus weder te Milaan.

In 1573 i1:ierf de oude Stedehouder van Milaan. Et kwam een _ andere uit Spanje, die den Aartsbisfchop wederom nieuw verdriet veroorzaakte. Vijandige lieden maakten hém zwart, als een heerschzuchtig mensch, die al de regten der Overheid aan zich trok, en onder wiens willekeurig gezag de ganfche ftad zuchtte. Deze nieuwe Stedehouder meende zich derhalve verdienftelijk te maken, wanneer hij zijn gezag beperkte, en beleedigde hem op menigerlei wijze. Hij bleef echter niet lang

F 5 m