DE HONDEN IN TURKIJE.

H9

DE HONDEN IN TURKIJE.

De Hond is, volgens den Koran, een onrein dier, en mag nimmer het huis van eenen naauvrgezet-

ten Mufelman betreden ja, wanneer deze Hechts

van een' hond wordt aangeraakt, zoo moeten eerst de kleederen weder gereinigd worden, eer hij in de Moské mag komen. Nogtans wemelen de ftraten van KonjlanJ tinopel van honden; overal hebben zij hunne woonplaatfen; zonder een eenig mensch toe te bebooren. Over het geheel zijn zij van het ras der Schaapherders en Keeshonden, meerendeels bont gevlekte, zoo groot als vleeschhouwers honden. Zij houden onder zich zeiven eene foort van Policie en dulden niet, dat honden uit eene vreemde wijk van de ftad, zich in hunne wijk laten zien. Ja ieder hond heeft zijne eigene plaats, die hij vol moed en dapperheid verdedigd, wanneer men hem daaruit verdrijven wil — en zijne kameraden onderfteunen alsdan hem ook getrouw. Zorgeloos en onbevreesd liggen zij in de ftraten, midden onder het gedrang der menfchen , paarden, kameelen, muilezels en buffels, en verdedigen hunne plaats. Een Engclschman had de honden, die zich in zekere ftraten op bepaalde plaatfen onthielden, naar hunne grootte, kleur enz. opgeteekend. Hij ging met -een ander eene weddingfehap aan, dat hij in zijn vertrek blijvende, echter zou bepalen, welke honden zich nu hier dan daar ophielden. De ander was nog een vreemdeling in Konjlantinopel 'en meenende dat het hier met de honden ging als in Londen — wedde hij, en — verloor de weddingfehap. — Het is zonderling, hoe zich alles in acht neemt, om de honden te ontwijken; niet alleen de menfchen , maar ook zwaar fceladene kameelen, buffels en ezels meten reeds van verre hunne fchreden zorgvuldig af om hen te mijden. Ook zou merr van de honden, bij'de minfte beleediging, zeker aangevallen worden, en op het gehuil van een eenigen, zouden er, in een oogenblik, eenige duizenden bijeen komen, en eene verichrikkeliike wraak nemen. Deze honden leven van het aas van gevallen dieren, H 4 die