133 OVER HET ONTSTAAN VAN BRAND , ENZ.

trent drie nren begon de doos ce rooken; en dezelvê geopend zijnde, bevond zich het katoen volkomen in denzelfden toeftand, als datgeen, hetwelk, wegens den zoo ligt te vreezen brand, met reden de ontftelcenis had veroorzaakt. Wanneer men vervolgens het doek uiteen haalde, en de lucht daarop begon te werken, rees er eene vlam uit hetzelve op. • Om volkomen zeker te zijn, werd de proef tot driemaal herhaald, en telkens volkomen met hetzelfde gevolg.

In den nacht tusfchen den 21 en 22 April, 1781, kwam er brand op het Fregat Maria, nevens andere vaartuigen, op de reede van Kroonfiad liggende, die gelukkig fpoedig gebluscht werd. De oorzaak van dezen brand was niet te ontdekken. Zoo veel bleek alleen uit de verhooren, dat in de kajuit, waarin zich rook vertoonde, een pak Rusfisch zwartfel, met olie bevochtigd, had gelegen; waarvan men bij het blusfchen vonken had zien opgaan. De Admiraliteit werd hier op •■ merkzaam op, en overtuigde zich weldra, door herhaalde proeven, van de mogelijkheid, dat een meHgfel van olie en zwartfel van zelf ontvonkt.

BUFFON, EN GALIANl's KLEERMAKER.

Alle menfehen, zoowel de meest bedrevenen, als de on« ' handigften, de onwetendften als de meest verlichten, de gedienftigften als de zelfzoekendften, de meest vergenoegden als de te onvredenften — allen gevoelen meer of minder, dat aan hunne gemoedsneigingen, vermogens en hulpmiddelen, hier of daar iets ontbreekt. Nu overleggen zij, op de eene of andere wijze, het ontbrekende aan te vullen, hun aanzien, zoo niet in de zaak zelve, althans in de publieke meening te verhoogen; laat zich dit niet op het tegenwoordige, immers op het voorledene en toekomende toepasten. Kan men hiertoe niet iets wezenlijks te baat nemen, dan moeten hunne houding, hun gang, en de wijze, op wcike zij het hoofd houden, of de pracht hunner kleederen, rij*

tuig en bedienden het werk verrigten.

De beroemde Graaf de buffon , immer gekweld van de behoefte eens luisterrijken voorkomens (en luisterrijk^

moest