IIEDENDAAGSCHE ROME. iSt

houdt mij t' onder; ik kan niet meer flapen. Het 99l gehee'e gezin derft van honger, gelijk ik. Ik zal

„ onderweg derven. En als ik dood ben Ach!

„ dan deze arme kinderen " Hij kon niet

meer (preken.

Te Tivoli had iemand eene kindermin noodig. De befteedder bood den vreemdeling een jong, tamelijk wel gekleed meisje aan. Toen men haar in 't vervolg niet meer noodig had, wilde men haar uit den dienst laten gaan. Ik hoorde groote beweging voor de deur van mijne kamer, ,, Wat fchort u?" vraagde ik, én liet haar binnenkomen. De ongelukkige zwom in hare : tranen, en viel aan mijne voeten neder. ,,Ach.' ik moet

'u nu verlaten, gij vreemdeling, die mij tot nu toe H in 't leven hebt behouden, en mijne moeder derft H van honger." —— „ Waar is uwe moeder?" Ik volgde haar, en vond deze moeder in eene foort van kelder op den grond liggen. De hardigheid hater legerftede, de naakte grond" namelijk, had haar reeds wonden veroorzaakt. Zij kon (laan noeb liggen. Dag aan dag werd Zij bedreigd, als een onnutte last uit deze Wijkplaats te zul'en verltooten worden. Wij deden aan die roedeliidenswaardige een bed van ftroo geven. Dat ellendig tuig was zoo duur, dat die legerftede eenige daalders kostte. Maar nu ontbraken er nog voedfel om te leven, heelmiddelen voor hare wonden, leedereu om uit te gaan, enz- Hare dochter féhréfde zonder ophouden. „ Maar gij zoudt te Rome kunnen die-

nen!" zeide ik tot haar. Zij bloosde, en bekende, dat al hare kleederen flechts geleend waren; dat zij .alles had verkocht, om haar moeders leven te rekken; dat zij geen enkel hembd bezat. Eene aanmerkelijk» fom me zoude er toe vereischt zijn geworden, om dit gezin Hechts met de allerarmfte menfchen in Frankrijk of in Zwitferla/id op gelijken voet te brengen.

Een burger van AÏbano ontmoette op weg drie gewapende mannen, hem bekend. Uit de minen, die zij maakten, dacht hij te kunnen gisfen, dat ze hem te lijve wilden. Hij trad hun te gemoet , en zeide: 5, Hoort eens, vrienden, gij derft van honger; gaat met mij in de herberg: ik zal een maal eten voor u „ bétalen." Zij deden.het, bedankten hem vervolgens, en bekenden, het voornemen gehad te hebben om heai uit te plunderen.

r M 3 Wie