S&S BIJZONDERHEDEN EENER REIZE

zich eenen doortogt fchijnen gebaand te hebben, drukken dezelve aan alle zijden.

Aldus vertoont zich het dorp Leebach, boven van de rots gezien. Een beekje droomt tusfchea twee tegen elkander overliggende fchuinten, met denneboomen bedekt; en kleine huizen van cenerlei gedaante volgen deszelfs loop, zoo verre het gezigt reikt.

Dit dorp ligt reeds in het distrikt der Mijnwerkers; en hier zijn de ijzeraderen, welke zij bewerken; derhalve hadden de oorfpronkelijke bergen eenen aanvang genomen. De meer en meer uitgeholde weg vertoonde mij den grond, welken ik betrad. De Lei vertoonde zich aan de randen, in flingerende en dikmaals verükale beddingen, die door het bezinkfel der wateren zich niet laten verklaren.

Het eerfte, 't geen op deze bergen mijne aandacht wekte, was, dat niets aldaar vernietigd wordt. Toen zij uit de wateren voortkwamen, zich vernederd vindende beneden de gewesten, alwaar de grocijing door de koude wordt vertraagd, waren zij welhaast van nieuws daarmede bedekt. Geene puntige rotten, door uitzakking ontdaan. Hier, in één woord, vergaat öogenfdnjnlijk het ftelfel, 't welk onze bergen doet vergaan, om van dezelven anderen in de zee te vormen, Niets s of bijkans niets daalt van deze af, en de groeijing vergoedt meer dan dit verlies. De ftroomen, die van dezelve afdalen, rigten fomtijds verwoestingen aan; .maar 't zijn eer de gewrochten van menfehen dan der Nature; zij voeren bruggen mede , verbreken dijken,- maar veroorzaken geene uitzakkingen. Het water, *c welk in duizend kleine beekjes droomt, loopt gemeenlijk zachtjes rond op den top der heuvelen, en de behoeften der Mijnwerkers doen hun hetzelve overal zorgvuldig verzamelen. De Hartz is derhalve reeds heden een voorbeeld van 't geen er in het verloop der eeuwen van de rotfen zal worden, die nog indorten, Zoodra hare fcherpe punten effener en de fchuinten tarn-* der zullen geworden zijn, zullen zij door het groeijend rijk worden ingenomen.

De nacht yorderde met rasfche fchreden, toen ik het hoogde gedeelte van mijnen weg had bereikt; maar het Was nog licht genoeg "om mij te doen bemerken, dat |k in eeft open veld was gekomen , met zaai- en wet-