314 BEDENKINGEN OVER HET VERMAAK.

Geluk is hiel het voortbrëngfel van het zondig maak» fel der aarde, maar is eene hemelfche bloem, die.de deugd tot haren wortel heeft, glorie tot haar verkwikkend licht, de almagt tot hare beveiliging, en de eetw wigheid tot het tijdperk harer duurzaamheid.

Volkomen ben' ik overtuigd, dat, indien wij, ia dezen daat van beproeving, onder den invloed van een levendig geloof in en vertrouwen op god werkzaam waren; indien wij een' pligtmatigen ijver' voor zijne eere, en ware liefde tot de menfchen koesterden, wij welhaast (in weerwil van des levens afwisfelend tooneel) ons in het bezit zouden bevinden van even veel inwendigen vrede, zelfvoldoening en geluk, als voor ons zou genoeg zijn, of zelfs onze eigene harten ons zouden doen wenfchen.

't Zijn niet de veel vertoonmakende fchitteringen van rijkdom en pracht, de fchatten van Peru, heerfchappd en magt , de wellustige vermaken der Bp*««g*f^ eenige zinnelijke lustvoldoeningen , die Xndiee™ blijdmoedelijke zelfvoldoening , zulk een*Xen«'en als de fchap , helderheid en vrede kunnen aanbrengen , aiS de waaMk nederige, eerlijke en opregte Christen dagelijks ondervindt, hoe zeer hij ook van den trotsaard veracht worde , en van den luister der grootheid en de devensovertolligheden verdoken zij. ;

Hoewel de weg der waarheid gemakkelijk is voor wijze ervarenis en bedachtzame omzigtigheid, zoodanig is, echter, de vermetelheid, losheid en dwaasheid van het gros der menfchen, dat zij zonder kompas en bots zich 18 de zee wagen , onder zeil gaan in eene vlaag der driften, en op de valfche kaart der gewoonte koers zetten, en, wanneer zij van eenig gevaar worden beloopen, zich verwonderen, dat zij in hunne vaart gefluit worden door de ondiepten der onkunde, en hun kiel op de zandbanken van zondig vermaak fchipbreuk lijdt. .

Indien de menfchen in elke daad zich aan de waarheid hielden, de nederigen en ziehzelven wantrouwenden hunne zwakheid, onkunde en al liankelijkheid bekenden, en om wijsheid, geleide en bijftand naar denhemel uitzagen; zij zouden niet langer murmureren enklagen over de ongelijke bedeeling van de gaven der Voorzienigheid ; maar voldoende reden vinden om zich op o