BIJ GELEGENH. DER THANS INGEVOERDE GEZ. EN LIED. $6$

Dat zij , die vrienden zijn zoo van gezang als kerk, Hier proeven vinden van een onregtzinnig werk,

En dit — dit zouden wij zoo ongeftraft gedoogen?...

Neen! nooit!.. Wij kreunen ons in't minst niet aan 'tbetoogen. Dat u zoo eigen is ter (laging in uw doel, Wij lagchen om 't gelnap.Van uwen Drifwoetftoel;

Die zetel leunt gewis thans wel op iosfe fchroèven;

Vrees onze poging die nu alles zal beproeven , Wat ooit in (laat zal zijn, al grimt ge ons vinnig aan, Om gansch uw' zanggebouw den bodem in te flaan. B L I J G E E S T.

O, Baas! wat fnoeft gij forsch ! uw rekening zal misfen, WA R V R I EN D.

Pit zal in 't kort de tijd, die alles leert, beflisfen.

ZACHTZIN.

Zoo is't....

WARVRIEND.

. - Kom dwarsman ! gaan wij weder naar de ftad, &n ieder oogenblik zij ons, als goud , gefchat,

Om ons ontworpen plan heldhaftig door te zetten.

DWARSMAN.

Niets zal ons - vol van vuur - in 't edelst werk beletten. Kom klaagaard — zürghaut kom ! verlaat dit buitenoord I Zoo niet, draagt dantochzorg,datzachtzins vleijendwoord

O niet te magttg worde, o ! vveest wel od uw hoede!

in — zoo ge ook kantien mogt? vreest'dan ook onze woede' vreest 1 vreest voor onzen ban !..,

KLAAGAARD.

Helaas!... ZORGHART.

*k Heb mijn genoegen nog van alles niet geliad.bI^fn°SWnt'' Kom klaagaard -- toef naast mij.

KLAAGAARD.

», , , , Helaas!, nu ja—'k zal blijven a

Maar t hart blijft in een zee van duizend zuchten drijven.

ZORGHART. J3 ~7 tfeurge broeder — 't is met mij ook zoo gefield * Doch , dat wij hooren wat ons zachtzin nu vertelt. *

CHet Vervolg en Slot in No. 9,)

Bij.