36
DE VLUCHT
wel een jonge man, die doodziek was geweest en dien ze heel den tijd verpleegd had en die... .
Ze kreunde.... O God, nu dacht ze 't zelfde als haar moeder
Hoe vreeselijk!
Maar daarom dééd ze het toch niet — daarom deed ze het niet....!
Bang voor haar eigen gevoelens greep ze een boek en draaide het licht aan.
Slapen zou toch niet gaan — nu. ...