DE ROMAN VAN EEN SCHILDER

69

deur. Van Baerle oogde haar na; hij was ontevreden met zichzelf en besefte, dat hij in dezen twist de mindere was gebleven.

„Erica!" riep hij plotseling.

Snel wendde zij zich om en het was, of zij den adem inhield om naar hem te luisteren.

„Hm!" kuchte de schilder verlegen. „Ik wilde alleen maar zeggen, dat ik nog even naar het postkantoor moet. Leo wacht op zijn toelage en ik zal onzen bankier te Maastricht telegrafeeren, of hij morgen het geld wil laten brengen. In elk geval ben ik met de koffie weer thuis."

„Uitstekend!" fluisterde Erica en zij boog het hoofd, terwijl zij geruischloos de deur achter zich toetrok.

V

Sportieve vrijage

Ondertusschen beoefenden Leo en Maria Fransen de edele tennissport. Zij waren aan elkander gewaagd, deze twee, zoodat het een spannende partij beloofde te worden. Forsch en behendig dreven zij den bal over het net, plaatsten hem schuin in een hoek of vingen hem op met een vlugge lichaamswending. De warmte noch het gebrek aan toeschouwers scheen hun ijver te kunnen verminderen. Zooals de echte hartstochtelijke liefhebbers, waren zij blijde niet te worden afgeleid door een zich vervelend publiek, dat met allerlei aardigheden en storende opmerkingen den tijd beproefde te korten. Ernstig en zwijgend schonken zij al hun aandacht aan het spel; slechts nu en dan klonk er een gesmoorde uitroep, die vreugde of teleurstelling vertolken moest. Verder hoorde men niets dan den doffen klank der kaatsende ballen en telkens als er een slag werd gemist, klepperde nijdig de met biezen doorvlochten omrastering, die de spelers afscheidde van de buitenwereld.

Vooral Leo was uitstekend in conditie. De nacht had zijn zorgen verdreven en opgeruimd zwaaide hij met zijn raket, dat hij triomfantelijk in de hoogte wierp, zoodra er een succes was behaald. Nadat hij den vorigen avond het