HET GYMNASIUM

Een relaas van Jongensleven door

H. G. CANNEGIETER

(Vervolg)

Onlangs zou er een meeting zijn, waarop Troelstra zou spreken. De jongens hadden een aanplakbiljet bemachtigd: „Op naar de meeting!" en hadden dit boven op hun kamer voor 't venster gespeld. Maar de beide bittervrinden van Meester waren er geheel van in de war, toen ze voor zijn ramen met groote letters Troelstra zagen staan.

Op een anderen keer hadden ze, voordat ze 's middags naar school gingen, een groot plakkaat voor hun venster gehangen:

Degelijke onderrok te koop. Alhier te bevragen tusschen 2 en 4.

Toen de juffrouw opendeed, stond er een werkvrouw: „Juffrouw, ik wou je onderrok wel eens zien. „Ik dacht dat het mensch gek was," zei de juffrouw 's middags aan tafel, „maar toen wees ze me op de ruiten boven, waar die weerlichtsche jongens weer een grap hadden uitgehaald."

6