LITTERATUUR IN FRANKRIJK

159

wagen. Ik ben er heilig van overtuigd dat de namen van Valéry Larboud en Roger Martin du Gard twee trotsche hoogtepunten, twee verrukkelijke stijgingen van den Franschen geest aanduiden. Uiterst belangrijk en vooral boeiend acht ik ook de verschijning van Blaise Cendrars, wiens „Morawagine" en vooral ,,L'Or" een onontkoombare actieve kracht vertegenwoordigen.

Maar ook wat dichter bij den beganen grond zien wij kostelijke auteurs, die de officieele „critiek" zooal niet geheel achteloos voorbijgaat, dan toch verwaarloost en niet op de juiste waarde aanslaat. Ik denk hierbij aan een Fernand Fleuret met zijn twee romans „Les Derniers Plaisirs" en „La Bienheureuse Raton"; aan Francois Maurrac met zijn „Les Peloueyre"; aan Aimery, graaf de Comminges met „La Zóne Dangereuse", aan den graaf de Bondy met „Les Douces Flèches", aan Jules Superielle met zijn „Homme de la Pampa" en ,,Le Voleur d'Enfants"; aan Arnoux, aan Hellens, aan nog enkele andere.... En heeft die arme, veel gesmade Pierre Benoit, tusschen veel amusant maar wezenloos maakwerk door, niet dat donkere, sterke boek van „Mademoiselle de La Ferté" geschreven? En kent men Abel Bonnard voldoende? Ook deze auteurs zijn onderling weer zeer verschillend en het zijn alle auteurs van het tweede en derde plan. Maar daar zijn zij niet minder om en hun boeken ook niet. Een litteratuur alléén uit volkomen meesterwerken gevormd, bestaat niet alleen niet, maar is zelfs ondenkbaar. Deze eerlijke, pure schrijvers echter usurpeeren geen plaatsen op den voorgrond, zij nemen en wenschen niet meer dan hun toekomt. Het heele geheim van een rechtschapen beschouwing van menschen en verschijnselen bestaat in het scrupuleus bewaren der onderlinge verhoudingen.

De Fransche litteratuur van heden is geenszins zoo fenomenaal en zoo verbluffend rijk als men ons van belanghebbende zijde tracht te suggereeren. Zij levert tal van goed geschreven, dikwijls interessante en boeiende romans, welke te samen wat men noemt une bonne moyenne uitmaken. Ja, zelfs boeken van geringe innerlijke waarde