304

KRONIEK VAN H8T TOONEEL

evenzeer diep ontroert als luchtig doet glimlachen. Hij staat voor een (zeer aardig geregisseerd) schoolklasje, dat hem danig in de maling neemt, maar, en ziehier het fijne van zijn spel, hij is niet alleen maar belachelijk, hij is tegelijk diep aandoenlijk. Wie eens genieten wil van het opbouwen van een tooneelfiguur (en dit is ook technisch hier zoo knap) lette eens op al de kleine details, door middel waarvan Cor Ruys dit schoolmeestertje zoo levend en zoo sympathiek weet te maken. Ik houd van dit amoreele stuk om de gevoelige le acte, waarin de moraal het zoo jammerlijk, maar zoo nobel en zielig-naïef aflegt. Dat in de 3e, en reeds aan 't slot der 2e acte, de overgang van eerlijk, scrupuleus mannetje tot geheiden schavuit zoo bruusk is, ligt niet aan Cor Ruys, maar aan den auteur.