MODERNE OUDERDOM

319

verluiden, dat iemand hem met een meisje gezien heeft. Nico mag niet zooveel rooken. Hij schijnt wel eens bier te drinken. Nico moet vroeg op. Hij moet vroeg naar bed. Hij moet tusschen schooltijd werken. Hij mag niet zoo vaak vrienden ontvangen. Zijn zakgeld is te gauw op.

En grootste grief: Nico heeft te veel praatjes. Hij

houdt er zelfs een smoking op na.

Was Nico, die een kalm, verstandig en praktisch hoogst bruikbaar jongmensch is, niet uit standsvooroordeel gedwongen, rechten of weet ik wat te studeeren, dan zou hij op het oogenblik een verdienstelijk beursman, beambte of verzekeringsagent zijn. Hij zou zijn eigen kost verdienen, verloofd of misschien wel getrouwd zijn, doch in elk geval in eigen en andrer oog den kinderschoenen ontwassen.*

Indien de heer Cannegieter ons niet uitdrukkelijk verzekerde, dat deze geschiedenis in den tegenwoordigen tijd heeft plaats gevonden, zouden wij dezen zieligen Nico nimmer als een modern jongmensch aanvaarden, na al hetgeen de heer Cannegieter tevoren over de moderne jeugd ten beste heeft gegeven. Ik zal mij maar van commentaar onthouden; de tegenspraak tusschen de verschillende deelen van 's heeren Cannegieter's betoog springt duidelijk genoeg in het oog.

Een eindje verder op pag. 33 en 34 bereiken de contradicties een toppunt. Er staat:

»In een veelszins merkwaardig boek heeft de heer Merkelbach, over tooneel schrijvend, de opmerking gemaakt, dat, zooals de menschen vóór den oorlog elkander beoordeelden naar hun conversatie, de menschen van thans elkander beoordeelen naar hun wijze van dansen. Vroeger heette het: met dien man of die vrouw kun je niet converseeren; thans zegt men: met dien man of die vrouw kun je niet dansen.

Ook in den knapsten pedant doet zich, zoolang hij jong is vooral, de eros gelden. En de eros rekent niet uitsluitend met tienen voor wiskunde of een promotie cum laude Wie in de gratie staat bij het andere geslacht, is de goede danseur, de kei van het sportveld, de geestige opmerker, de man of vrouw van karakter, van durf. Wie in de gratie staat bij het andere geslacht, is bovendien: de man met een auto.«

Ra, ra, wat is dat. Eerst wordt geponeerd de stelling, dat men de lieden vroeger naar hun conversatie, thans naar hun dansen beoordeelt, dan verklaart de schrijver tot moderne uitverkorenen