OM IN DE WERELD VOORUIT TE KOMEN

hier op aarde vindt. In onze maatschappij praat men den heelen dag, met tweeërlei doel: ter wille van anderen en van zichzelf. Voor anderen is iemand te hooren praten een soort van geruststelling; men weet dan, Hat hij althans op dat oogenblik geen kwaad van ons spreekt en verbeeldt zich, dat hij dan misschien ook geen kwaad van ons denkt. Ook voor den prater zeiven is praten eene voldoening, want hij verbeeldt zich dan dat hij denkt, of dat hij, wanneer hij niet praatte, denken zou. Het bewuste ledig komt pas in de stilte.

Dus: „hooren, zien en praten". Toch heeft dat oude idee van zwijgen niet geheel afgedaan. Men moet bijna bij ieder mensch over het een of ander zwijgen. Ik bedoel hier niet enkel, dat men niet te luid over huwelijksgeluk moet uitweiden, wanneer men weet dat iemands vrouw is weggeloopen (althans niet vóór men weet hoe hij dat opneemt), of over eerlijkheid, wanneer men weet dat iemand zijn fortuin gemaakt heeft met vooze emissies aan de markt te brengen; dit zijn speciale gevallen. Maar een feit is het, dat bij geheele categorieën van personen, overigens door en door verstandig, eerlijk, liberaal, verlicht, een deel van het denkvermogen is geatrophieerd, gefausseerd door een invloed, waarvoor zij niet verantwoordelijk zijn. Gewoonlijk ligt dit daaraan, dat zij een instelling of richting vertegenwoordigen, die niet geheel meer past in ons stelsel van algemeene begrippen. Neem een officier, een eerlijk, hartelijk, beschaafd, vrijzinnig, verlicht man, zonder vooroordeelen, zonder bekrompenheid. Ge zult het in alles met hem eens kunnen zijn. Maar raak even aan het duel, en hij zal beweren, dat een huisvader zich moet laten doodschieten, als een kwajongen hem een klap geeft. Raak eens aan de subordinatie, en hij zal beweren dat een luitenant een generaal niet mag tegenspreken, als deze hem onrechtvaardig uitscheldt. Dus, beste jongen, spreek met officieren over kunst en litteratuur, over vrouwen en paarden, over speelkaarten en wereldkaarten, gij zult er een charmante, leerzame conversatie aan kunnen hebben, maar zwijg over het leger.