KRONIEK VAN HET TOONEEL

„Frisius, die man was onoverwinnelijk!", zegt Marcellus tot zijn hoofdman.

Maar Simon Petrus, de apostel, die ook tegenwoordig is, zegt; „Het uur van Christus is gekomen!...."

Ik heb hierboven in hoofdtrekken de kern van het dramatische gebeuren trachten aan te geven.

Inderdaad, hier zijn, zoowel de geloovige Joden, als Paulus en de apostelen Jacobus en Petrus (de beide laatsten komen maar weinig in het stuk voor) menschen in wie het geloof brandt.

Ik heb, ondanks de loffelijke pogingen der acteurs om dit uit te beelden, en de groote toewijding, waarmede allen speelden, dezen brand geen oogenblik voelen laaien en gloeien. Het bleef bij spel, maar kwam niet tot beleven. En, zie wat ik aan 't begin van dit artikel zeide, dit kón ook welhaast niet anders. Zelfs Paulus — van Gasteren — en Gamaliel — Schwab —, ondanks hun voortreffelijke, toegewijde streven, en de goede grime, kwamen niet tot de brandende beleving, en bleven uiterst knap tooneelspelen, zonder méér. De kleurige, mooie (al te mooie) décors konden, zooals van zelf spreekt, het gemis aan innerlijk beleven niet goed maken. Werfel's dramatische legende is geen kijkspel, maar een spel van brandend geloof in menschen. Vermeden had echter één fout stellig kunnen worden, de fout namelijk der bijna algeheele veronachtzaming van het feit, dat de laatste acte speelt tijdens een rumoer van wapengeweld en verwoesting en vervolging. Er was daar. behalve dan wat zwak figurantengedoe, niets van te bemerken, en ook zoo goed als niets van de ontzetting en het (zoo staat aangegeven) »niet zeer luid maar smartelijk geween, dat voortduurt tot het einde« van het volk in het laatste tafereel. Bijna mal was ook het gedoe van den bezweerder in het vierde tafereel. Dit had er zoo goed als niets van; en werden zelfs hypnotische «passes» bij gemaakt!

Het streven van het Rott.-Hofstadtooneel om nu eens met een «artistieke daad» voor den dag te komen is niet genoeg te waardeeren. Waar het hier echter ook een daad van brandend geloof in levende menschen gold, ging de poging ver boven het kunnen.