KRONIEK DER LETTEREN

»D e Verlaten Mam, door Kees van Bruggen. Een nabeschouwing over den romanvorm.

Aan zijn roman »De Verlaten Man«, onlangs in »Nederland« door mij besproken, laat de Heer Kees van Bruggen een voorbericht voorafgaan, waarin hij uiting geeft aan zijn denkbeelden omtrent den romanvorm. Deze denkbeelden zijn nogal afwijkend van de gangbare, hetgeen op zichzelf reeds reden genoeg zou zijn om ze nader in oogenschouw te nemen. Doch daar komt nog bij, dat hij m.i. een dwaalleer toegedaan is, die de laatste jaren zich, zij het dan ook gelukkig op kleine schaal, verbreidt. Ik meen daarom geen onnut werk te verrichten, door den handschoen op te nemen.

De Heer van Bruggen steekt van wal in de volgende termen:

»De lezer zal in dit boek geen schrijver vinden. Den al-wetenden mijnheer, die kout, beschrijft, zijn opmerkingen plaatst, zijn levenswijsheid opdringt, figuren schikt, en laatmarcheeren, „naar zijn kunstenaars wil en welbehagen" — ook af-marcheeren als het zoo te pas komt in zijn kraam — men zal vergeefs hem zoeken in de bladzijden die volgen.

Cooks man-met-de-pet ontbreekt. Hij was voor luie reizigers door de landen der ontroering en verbeelding een gewaardeerd gezel. Zijn tegenwoordigheid werd zoozeer tot gewoonte, dat niemand meer zich verbaasde: hoe kómt die man toch aan zijn wijsheid? Hoe kijkt hij zijn medemenschen tot in huns harten garderobe, en is aanwezig in hun dierbaarst uur, en speelt den filmopnemer bij hun hachelijkste avonturen?

Daar vroeg men niet meer naar. Alles was in verleden tijd geschied en dus geschiedenis, die geweten worden kon.

Ook de critiek stond niet meer critisch tegenover dezen toch eigenlijk verwonderlijken „vorm". Zij gaf zich breed gewonnen aan de gewoonte.« In de eerste plaats vindt men «in» een boek nooit een schrijver, behoudens wanneer deze laatste op de ouderwetsche manier zelf het woord neemt, zooals bijvoorbeeld Thackeray en Multatuli wel deden. (»Stik in de koffie en verdwijn«, »Max Havelaar«.) Romans zijn over het algemeen, en de meeste nieuwere zijn doorloopend, in objectieven verhaaltrant gehouden.1) De schrijver heeft het boek gemaakt, doch dit spreekt zélf; voor zichzelf spreken in het boek de gerelateerde gebeurtenissen, al spreken zij, histo-

*) Ik bedoel niet, dat het zelf-het-woord-nemen van den schrijver altijd af te keuren valt.