DE ROMAN VAN EEN SCHILDER

die mechanica studeeren? Later was het een criticus, die mijn werk onmatig ophemelde uit dankbaarheid, dat hij mijn vrouw vernederen kon. En nog niet lang geleden werd ons huis verontrust door een zeeofficier, een slanken kerel in zijn korten jekker, die zoo boeiend van zijn reizen wist te vertellen. Achtte je mij werkelijk in staat om te gelooven, dat de man uit liefde voor mijn schilderijen kwam?"

„Willem, Willem!" kreet zij smartelijk en smeekend vouwde zij de handen.

„Niet? Is het niet waar?" vervolgde hij onmeedoogend. „Hoe dom dan, om zoo kuisch te zijn! Bedenk toch, wat een heerlijk bestaan 't zou zijn geweest! Wat een leven vol afwisseling en romantiek! En daarbij de zekerheid, dat je anderen gelukkig maakt! Dat moet voor een vrouw toch ook een soort voldoening zijn, dat zij mild en kwistig de vreugde kan uitdeelen, aan wien zij maar wil. Nu is het met sommigen van je aanbidders treurig afgeloopen. Die arme Delftenaar is aan een rare juffrouw blijven hangen, zooals ik later hoorde. Dat heb jij op je geweten, Erica!"

„Neen, neen!" kreunde zij, terwijl zij het hoofd terzijde wendde en afwerend de gevouwen handen uitstrekte, zoodat de eene mouw van haar peignoir teruggleed en den gevulden bovenarm ontblootte. De aanblik echter van het naakte vleesch scheen zijn koele wreedheid nog te prikkelen.

„Kind, ik begrijp je niet," hervatte hij boosaardig. „Gewetensbezwaren hoefde je tegenover mij toch niet te hebben. Mijn leven is voor niemand een geheim en in den Haag werden al mijn minnaressen overbekend. De namen zul je allicht vergeten zijn, want het waren er velen — ik ben wat wispelturig, dat stem ik toe. Maar zoo'n enkele zal je toch zijn bijgebleven. Ik denk, om een voorbeeld te noemen, aan die Russische danseres. Zij danste slecht en werd alleen beroemd door het portret, dat ik van haar schilderde. Heel de stad sprak schande over haar kunst en bewonderde mijn schepping, 't Is waar! op de planken beteekende zij niet veel, maar in mijn atelier ontsluierde zij haar zeldzame gaven met een beminnelijke openhartigheid."

Hij zweeg. Erica bracht de handen samen op de borst en