480 DE GEZOCHTE HOFMEESTER. KÜNSTBESCHAVINo?

De waarheid is gelijk aan den dauw des hemels; om haar rein en zuiver te behouden, moet men haar in een rein en zuiver vat opvangen.

DE GEZOCHTE HOFMEESTER. '

Eene Dame op het land fchreef aan eene Dame in de ftad, en verzocht ze, om haar een Hofmeester te bezorgen, die de volgende eigenfchappen bezat. (Hier voegde zij eene lijst van bijna alle deugden, kunften en wetenfchappen bij.) De Dame in de ftad antwoordde; „ Ik heb een Hofmeester, zoo als gij hem verlangt, gezocht, maar nog niet gevonden: doch ik zal voortvaren met hem te zoeken, en zoodra ik hem gevonden heb, kunt gij er u op verlaten, dat ik hem — trou» wen zal J"

KUNSTBBSCHAVING.

ien kunstliefde immer drijft, om Hukken voort te brengen ? Die, allerzijds befchouwd, het daglicht waardig zijn, Zetfe eerst zijn werk ten toon, en kunne dan gehengen, Dat de oordeelvellingen zich fchiften of vermengen . Hier 't wezen van de zaak betreffen, -- daar den fchyn. Hij late, om uit het een en ander nut te trekken, Den vrijen loop aan 's volks verfchillende gefprekken, Die hij, gelijk apel, van achter 't fchut verneemt. Dus onpartijdig elks bedenkingen te ontdekken, Zal Kunubefchaving tot niet weinig voordeel ftrekken. Een inval van krispijn, een enkle glos, hoe vreemd, Kan nieuwe opmerkzaamheid bij ieder ondeel 'wekken, Om te onderzoeken wat fomtijds naar misftand zweemc. Hebt gij dan, Kunstapel! elks oordeel overwogen, Befchaa'f, naar 't voorkomt, elk gedeelte van uw ftuk; En, ftelt gij 't andermaal de aanfchouweren voor de oogen; Ik wensch, bij voorraad, met hunn' aanlach u geluk. Of wil er dan nog een, door eigen waan bedrogen, Omdat eens, naar zijn leest, een trek ter 1'nede kwam, Zich, buiten zijnen kring, keurmeesterlijk verhoogen, Roep hem vrij toe, bezield door hooger kunsivermagen: Ne futer ultra erepidam!

JUS JUCUNDITASqUS,