542 REOTS6ELEERDB STELLINGEN

Een Godsdienst, die altijd gelukkig den middelweg; houdt, zonder ooit aan de eene of andere zijde af te wijken; die alles op hes algemeen welzijn, als zijn middelpunt, doet uitioopen; die alle (leehtigheden in hare kiem verflikt; die de vriendfehan, de vaderlandsliefde, de weldadigheid van alle misbruiken zuivert; die het geheele leven, zelfs in zijne klein 11e en geheimfte verrigtingen regelt, en zelfs de deugden van het huisfeUik en burgerlijk leven opwakkert; die eindeli;k over die groote waarheden, waarop zich ware G<>.>svereering, echte zielrust, regtfehapene deugd en vro+ii* ke hoop op het toekomende moet vestigen, een he:-ter licht verfpreidt, die kan niet anders dan van den Vader der menfchen afdalen. En zulk een Godsdienst is het [oorfpronkelijk Christendom; het draagt alle k enteekens van eene waarachtige Giddelijke openbaring, dewijl het de menfchen in alle opzigten veredelt en ge? lukkia maakt. ' /-'i ...

Maar dan.eerst kan de Christelijke Godset by-

zondere menfchen en ook ^™ »ttr o,! ken als zijne weldadige uitwerk ek-n niet door onverdra-zaamheid, bijgeloof, en blinde .ffaskehgMieid van raenfchelijke bijvoegfels en inzettingen en uitwendige pracht gëftremd worden. Men zou gewis eene verkeerde gevolgtrekking maken» als men armoede en gebrek aan welvaart aiüjd van bijgeloovige domheid wilde afleiden • doch men maakt echter altijd een goed befluit, als men (lelt: dat algemeene welvaart met met bt'geloovige domheid en met de gruwelen der inquiftM beliaan kan.

Het ware wel te wenfehen, dat de ongehmvoe ftaat der Geestelijken eens werd opgeheven, dat is: da t hij ophield eene wet te zijn, doch niet alleen wegens de, daardoor verhinderde, bevolking, noch ook niet alleen wegens de, door denzei ven veroorzaakte , ergernis en aanlloot, maar vooral ook, dewijl het, zoo lang deze wet plaats grijpt, voHtrekt onmogelijk is, om de gcas. telijken tot dienaren van den Staat te hervormen, en hen meer belang te doen Hellen in het algemeen belang van het menschdom, en in de bevordering van het algemeen welzijn. Welk eenen verftandit-en grond en bewijs kan men toch bijbrengen, om deze wet noe hm* ger te laten werken? de huwelijksband is her t<*eh alléén * welke nuttige leden aan de menfcuëlijke mflau